Cursus 2.1 Internationale handel (2)

H2 De wereld is een winkel
Februari 2022
Juf A.Majait
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 De wereld is een winkel
Februari 2022
Juf A.Majait

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Introductie                             (5 min)

  • Theorie                                      (10 min)
  1. Groothandel
  2. - Detailhandel
  3. - Invoerwaarde
  4. - Uitvoerwaarde


  • Opdracht leerwerkboek     (25 min)
  • Afsluiten Quiz                          (10 min)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Uitleggen wat groothandel is.
  2. Uitleggen wat detailhandel is.

  3. Het verschil tussen invoerwaarde en uitvoerwaarde uitleggen en herkennen.





Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H2 De wereld is een winkel
Cursus 2.1 Internationale handel

    Begrippen:
    - Multinational
    - Transport
    - Continuïteit
    - Logistiek
    - Export/Import
    - Uitvoerwaarde/Invoerwaarde
    - Detailhandel
    Cursus 2.2 Economische ontwikkelingen

    Begrippen:
    - Bruto nationaal product (bnp)
    - Handelsbalans
    - Planeconomie
    - Vrijemarkteconomie
    - Kapitalisme
    - Delftstoffen

    Slide 4 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welke begrippen hebben wij de vorige les behandeld?
    Logistiek
    Continuïteit
    Multinational
    Uitvoerwaarde
    Import
    Export
    Uitvoerwaarde
    Detailhandel

    Slide 5 - Question de remorquage

    > Het plannen en organiseren van deze transport noemen we logistiek <
    Van begin tot eind...

    Handel: Transport (vervoer) en distributie (verdeling) van goederen en informatie tussen verschillende landen.

    Slide 6 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Lezen...
    Rood boek: 
    Blz. 49 (Invoer en uitvoer)

    Blauw boek/stencil:
    Blz. 53 (Wat is het waard)

    Slide 7 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Uitvoerwaarde
    • Het totale bedrag aan verkochte goederen aan het buitenland.

    Invoerwaarde 
    • Het totale bedrag aan ingekochte goederen uit het buitenland.
     


    Invoer- en uitvoerwaarde

    Slide 8 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Groothandel/Detailhandel 
    Groothandel --> Verkoopt producten door aan winkels.

    Detailhandel -->Winkels die producten verkopen aan een consument. 


    Slide 9 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 10 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Nu maken:
    Basis/Kader:
    Blz. 48
    Opdracht 6 t/m 11

    Kader/TL:
    Blz. 52 
    Opdracht 7 t/m 12


    timer
    19:00

    Slide 11 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is een detailhandel?
    A
    Een winkel die producten verkoopt aan de consument.
    B
    Een winkel die producten verkoopt aan winkels.
    C
    Producten verkopen aan het buitenland.
    D
    Een handel in waar het om details gaat.

    Slide 12 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is een groothandel?
    A
    Een groot bedrijf
    B
    Een bedrijf dat in grote producten handelt
    C
    Een bedrijf dat producten verkoopt aan winkels
    D
    Een klein bedrijf

    Slide 13 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Groothandel
    Detailhandel

    Slide 14 - Question de remorquage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De totale waarde van geëxporteerde goederen wordt ..... genoemd
    A
    Invoerwaarde
    B
    Uitvoerwaarde

    Slide 15 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Hoe noem je de handel tussen landen?
    A
    Internationale handel
    B
    Driehoekshandel
    C
    Export
    D
    Import

    Slide 16 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De totale waarde van geïmporteerde goederen wordt ..... genoemd
    A
    Invoerwaarde
    B
    Uitvoerwaarde

    Slide 17 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    De uitvoerwaarde van
    Nederland naar Duitsland
    is hoger dan andersom
    Blz. 49 Bron 7
    A
    Eens
    B
    Oneens

    Slide 18 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions