Cursus 2.2 Economische ontwikkeling (1)

H2 De wereld is een winkel
Februari 2022
Juf A.Majait
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 De wereld is een winkel
Februari 2022
Juf A.Majait

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Introductie                             (5 min)

  • Theorie                                      (10 min)
  1. BNP (Bruto Nationaal Product)
  2. Handelsbalans



  • Opdracht leerwerkboek     (25 min)
  • Afsluiten Quiz                          (10 min)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Uitleggen wat het bruto nationaal product (bnp) is en waarvoor dit wordt gebruikt.
  2. Uitleggen wat een handelsbalans is en deze kunnen aflezen.





Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H2 De wereld is een winkel
Cursus 2.1 Internationale handel

    Begrippen:
    - Multinational
    - Transport
    - Continuïteit
    - Logistiek
    - Export/Import
    - Uitvoerwaarde/Invoerwaarde
    - Detailhandel
    Cursus 2.2 Economische ontwikkelingen

    Begrippen:
    - Bruto nationaal product (bnp)
    - Handelsbalans
    - Planeconomie
    - Vrijemarkteconomie
    - Kapitalisme
    - Delftstoffen

    Slide 4 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welvaart
    Wat is welvaart?
    • Als het economisch goed gaat met een land.

    Welke landen zou je als welvarend kunnen bestempelen?
    • Nederland
    • VS (Verenigde staten), 
    • UK (Engeland) 
    • Taiwan...

    • 2 voorbeeld zinnen.



    Slide 5 - Diapositive

    Het is een welvarend land. Het is een rijk land.

    Door de VOC is Nederland een welvarend land geworden. 
    Welk land is volgens jullie het welvarendste land in de wereld?
    Nederland
    Zwitserland
    Denemarken
    VS (Verenigde staten)
    Zweden

    Slide 6 - Sondage

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Welvaart
    1. Verenigde Staten 
    2. Zwitserland 
    3. Denemarken 
    4. Nederland 
    5. Zweden 
    6. Singapore 
    7. Taiwan 
    8. Nieuw-Zeeland 
    9. Japan
    10. België 
    Welvarendste landen ter wereld

    Slide 7 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Hoe vergelijk je welvaart?
    • Bruto Nationaal Product (BNP)
    • Het inkomen van een land noem je het Bruto Nationaal Product (BNP).


    • Bruto Nationaal Product: de inkomsten van alle mensen in een land, ook die in het buitenland werken. 

    Slide 8 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    BNP 
    (Bruto Nationaal Product)
    Bruto Nationaal Product: de inkomsten van alle mensen in een land, ook van de mensen die in het buitenland werken. 

    Slide 9 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Handelsbalans
    • Import  VS Export

    • Positief: overschot 
    • Meer exporteren dan importeren

    • Negatief:  Tekort 
    • Meer importeren dan exporteren. 

    Slide 10 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    0

    Slide 11 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Nu maken:
    Basis/Kader:
    Blz. 51
    Opdracht 1 t/m 5

    Kader/TL:
    Blz. 57 
    Opdracht 4 t/m 7


    timer
    19:00

    Slide 12 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is geen Nederlandse
    Multinationale onderneming (MNO)?
    (Twee antwoorden zijn fout)
    A
    Unilever
    B
    KLM
    C
    Albertheijn
    D
    Lipton

    Slide 13 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Als wij iets verkopen aan het buitenland noem je dat...
    A
    Importeren
    B
    Exporteren
    C
    Internationale handel
    D
    Verkopen

    Slide 14 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Waar staat BNP voor?
    A
    Bruto Nationaal Productie
    B
    Bruto Nationaal Product
    C
    Bruto National Product
    D
    Bruto Nationaal Produkt

    Slide 15 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat betekent BNP (Bruto Nationaal Product)?
    A
    Wat alle mensen in het buitenland verdienen.
    B
    Gemiddelde inkomen per inwoner.
    C
    Wat alle mensen samen in één land verdienen.
    D
    Wat meerdere landen bij elkaar verdienen.

    Slide 16 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Waarvoor wordt het BNP (Bruto Nationaal Product) NIET gebruikt worden?

    Dus welk antwoord is ONJUIST..
    A
    Om de welvaart van een land te meten.
    B
    Om te meten of een land economisch sterk is.
    C
    Om te meten wat een land verdiend heeft.
    D
    Om te meten hoeveel er per inwoner is verdiend.

    Slide 17 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Wat is geen vorm van internationale handel?
    A
    Nederland verkoopt aan China
    B
    Duitsland koopt van Nederland
    C
    Brussel koopt van Londen
    D
    Amsterdam verkoopt aan Eindhoven

    Slide 18 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Het voordeel van import voor de Nederlandse consument is ...
    A
    Meer keuze in goederen en diensten.
    B
    Minder keuze in goederen en diensten.

    Slide 19 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Hoeveel bedraagt het BNP?
    A
    550 miljard
    B
    590 miljard
    C
    50 miljard
    D
    90 miljard

    Slide 20 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Een handelsbalans is negatief (een tekort) wanneer...
    A
    Je meer importeert dan exporteert.
    B
    Je meer exporteert dan importeert.

    Slide 21 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Is er een positieve of negatieve handelsbalans?

    Uitvoer: 410 Miljard
    Invoer: 365 Miljard
    A
    Positief
    B
    Negatief

    Slide 22 - Quiz

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Leerdoelen
    Aan het einde van de les kan de leerling...
    1. Uitleggen wat het bruto nationaal product (bnp) is en waarvoor dit wordt gebruikt.
    2. Uitleggen wat een handelsbalans is en deze kunnen aflezen.





    Slide 23 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions