Woordenschat H 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Woordenschat H3

Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen

Beeldspraak

Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik. Je bedoelt niet letterlijk wat je zegt, maar gebruikt beelden om iets sterker uit te drukken. In deze LessonUp komen drie vormen van beeldspraak voorbij: de vergelijking, de metafoor en de personificatie.

Benoem:
Hij is zo dom als een ezel

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Benoem:
De wolken jagen door de lucht.

1. vergelijking
2. metafoor
3. personificatie

Welke zin bevat een metafoor?

1. Jouw ogen zijn als sterren.
2. Wat een boom van een kerel.
3. Als het kalf verdronken is, dempt men de put.
4. Dat meisje lijkt wel een prinses, zo elegant!

"Het papier is geduldig."
Is dit een personificatie?

1. ja
2. nee

Geen cent te makken =

1. Dat je geen cent op zak hebt.
2. Geen geld om uit te geven
3. centen bestaan niet meer.
4. blut zijn

Dat is zuur verdiend geld =

1. geld gekregen voor zuurtjes
2. Weinig geld hebben
3. er hard voor gewerkt hebben
4. geld dat niet echt is, maar van zuurtjes

Tip!

Leer de vaste voorzetsels + voorzetseluitdrukkingen uit je hoofd. Zie woordenlijst H3.

Maken / huiswerk

Hoofdstuk 3: woordenschat

Opdracht 1 t/m 4