08-02 : revision tenses part 2

TODAY
Revision tenses
- Present perfect
- Past Simple
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

TODAY
Revision tenses
- Present perfect
- Past Simple

Slide 1 - Diapositive

present simple

Slide 2 - Carte mentale

present continuous

Slide 3 - Carte mentale

Wanneer gebruik je de Past Simple?
Bij activiteiten/gebeurtenissen in het verleden
die afgelopen zijn.
Vaak staat er bij wanneer iets gebeurde.

I broke my leg in 2014
I met my boyfriend last summer


Slide 4 - Diapositive

Past simple
Vorm:
Regelmatige ww: + ed
Onregelmatige ww: 2e rijtje

Slide 5 - Diapositive

Signaalwoorden past simple

Last
Ago
Date
Yesterday

Slide 6 - Diapositive

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

* bij gebeurtenissen in het verleden die nu nog bezig zijn
* bij ervaringen in het verleden
* je merkt nu resultaat van acties in het verleden

I can't run, I have broken my leg. (been is nog steeds gebroken)
I have known my boyfriend for 5 days. (je kent hem nog steeds)
I have been to London six times. (ervaring)

Slide 7 - Diapositive

Present Perfect
Vorm:
to have (has of have) + VD
VD regelmatige ww: + ed
VD onregelmatige ww: 3e rijtje

Slide 8 - Diapositive

Signaalwoorden present perfect

For, Yet, Never, Ever, Just, Always/Already, Since
+
How long
Recently
Lately

Slide 9 - Diapositive

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 10 - Quiz

We have known each other for three years now.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 11 - Quiz

I ...... that film yet.
A
didn't see
B
haven't seen

Slide 12 - Quiz

He ..... there yesterday morning.
A
went
B
has gone

Slide 13 - Quiz

........ to Paris yet?
A
Did they go
B
Have they been

Slide 14 - Quiz

....... her for three years.
A
I didn't see
B
I haven't seen

Slide 15 - Quiz

He ..... there since 2015
A
lived
B
has lived

Slide 16 - Quiz

Maak zelf een zin in de past simple

Slide 17 - Question ouverte

Maak zelf een zin in de present perfect

Slide 18 - Question ouverte