M1 H6 Lezen - tekst en afbeelding

Nederlands

Nederlands
T/H 1 H6 Lezen
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands
T/H 1 H6 Lezen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen
20 minuten stil lezen (stilte)
10 minuten voorlezen (alleen de lezers spreken)
5 minuten herhalen tekstdoelen (vinger opsteken)
10 minuten hoofdstuk zes afbeeldingen (wisbordjes)
30 minuten werken aan hoofdstuk 6 oefening 1 en 2 p. 142
5 minuten nakijken gemaakte opgaven

Slide 2 - Diapositive

Afbeeldingen bij teksten

Slide 3 - Diapositive

Je hebt de tekst bekeken. Waarom stonden de afbeeldingen in de tekst?
A
De schrijver wil de tekst aantrekkelijker maken.
B
Ik heb geen afbeeldingen gezien
C
Die plaatjes hebben niks met het artikel te maken.
D
De schrijver wil meer informatie geven.

Slide 4 - Quiz

In dit plaatje staat de uitleg bij medicijnen. Weet jij wat het betekent?
A
Deze pil moet je innemen tijdens de maaltijd.
B
Deze pil moet je doormidden snijden voordat je hem doorslikt.

Slide 5 - Quiz

In dit plaatje staat de uitleg bij medicijnen. Weet jij wat het betekent?
A
Deze pil helpt tegen wagenziekte.
B
Deze pil beïnvloedt het rijgedrag.

Slide 6 - Quiz

Wat is het doel van de tekst op de afbeelding?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 7 - Quiz

Een afbeelding in een tekst is er om:
A
omdat de bladzijde vol moet
B
de tekst moet leuker worden.

Slide 8 - Quiz

Een afbeelding in een tekst is er om:
A
een tekst duidelijker te maken
B
de schrijver verveelde zich

Slide 9 - Quiz

Waarom maakt de afbeelding de tekst duidelijker?
A
je ziet al wat de moeilijke woorden betekenen.
B
je ziet dat Capri geen Nederlands spreekt.
C
je ziet dat het over het Wilhelmus gaat.
D
je ziet naar hoeveel landen het meisje reist.

Slide 10 - Quiz

Tekst en afbeeldingen
Afbeeldingen staan er vaak met een bepaald doel:

De schrijver wil extra informatie geven, zodat de lezer het begrijpt.

De schrijver wil de tekst leuker maken.

Slide 11 - Diapositive