rekenen

Zet het schema in de goede volgorde
Honderdduizendtal
Tienduizendtal
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Eenheid
tiende
Miljoental
1 / 50
suivant
Slide 1: Question de remorquage

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Zet het schema in de goede volgorde
Honderdduizendtal
Tienduizendtal
Duizendtal
Honderdtal
Tiental
Eenheid
tiende
Miljoental

Slide 1 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet het schema in de goede volgorde
,
D
H
T
E
t
h
d
TD

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Afronden op tiental.
0
10
20
3
5
14
18
16
4

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn gisteren 400 oliebollen  verkocht. Welke percentage hoort bij het aantal oliebollen?
25%
50%
100%
10%
100
400
200
40

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geheel (100%)
Deel
Chocoladereep €2,50

Chocoladereep
50% korting -> €1,75
Hele taart
Stukje taart
De oude benzine prijs
€ 1,65 per liter
 
De nieuwe benzine prijs €1,70 per liter

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1
10
5
7
8
3
9,711
0,5
5,45
2,911
7,45
7,752

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
4
3/10
4/5
2/6
2/3

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2,345=
7,9692=
6,789=
0,889=
Rond af op 2 decimalen.
7,97
0,89
2,35
6,79

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1 l
1 kl
1 dal
1 hl
1 dl
1 cl
1 ml

Slide 10 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de breuk naar het percentage/ decimaal getal wat erbij hoort

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

KG
HG
DAG
G
DG
CG
MG

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de eenheden van gewicht van groot (links) naar klein (rechts)
kg
mg
ton
g

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1 kg
1 g
1 mg
100 dag
1000 g
0,1 dag
1000 mg
0,0001 g
0,1 cg

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gewicht hoort waarbij ? begin met het lichtste of het zwaarste en kijk dan hoe je de rest moet verdelen.
3200 kg
1 kg 
40 kg
9 kg
2 kg
5 kg

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

500 gram
200 gram
6000 kg
2 ons
1 pond
6 ton

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2800 gram
2050 gram
250 gram
1100 gram
6 kg= 3200g +....
5 kg= 2950 g +.......
4 kg = 3750 g +......
3 kg = 1900 g + .....

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2,5 kg spekkies 
voor €10
500 gram spekkies
voor €3,50
1 kg spekkies 
voor €7,50
Duurste
Niet de duurste,
niet de goedkoopste
Goedkoopste

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep het juiste percentage, kommagetal en de juiste breuk naar de taart.

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Echt
Vals

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Echt
Vals

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet het schema in de goede volgorde
D
H
T
E
t
h
d
TD

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

tussen 0 en 1 meter

tussen 1 en 2 meter
Tussen 2 en 3 meter
Tussen 3 en 4 meter
2,9 meter
0,4 meter
3,7 meter
1,3 meter

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gewicht hoort bij het product?
1 kilo
1 gram
200 gram
1000 kg

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

verbind het juiste motief met de juiste verhouding
1/3 wit
1/6 oranje
8/18 blauw
1/18 rood 
2/15 blauw
6/15 oranje
7/15 rood
8/16 blauw
1/4 rood
1/4 oranje
1/3 blauw
1/6 oranje
1/6 rood 

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Geheel (100%)
Deel
Chocoladereep €2,50

Chocoladereep
50% korting -> €1,75
Hele taart
Stukje taart
De oude benzine prijs
€ 1,65 per liter
 
De nieuwe benzine prijs €1,70 per liter

Slide 30 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

10 kilometer per uur
8 kilometer per uur
12 kilometer per uur
Een vogel vliegt in 12 minuten 2 kilometer. 
Hoeveel vliegt de vogel in een uur?

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Laten we oefenen.
Sleep het antwoord naar de juiste cirkel.
10%
50%
25%
20%
100%

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In 240 minuten vliegt een vliegtuig 2500 kilometer. 
Hoeveel km/u vliegt het vliegtuig?

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste breuk naar het bijbehorende kommagetal!
(sommige kommagetallen horen bij meerdere breuken!)
0,5
0,25
0,1
0,2
1/2
1/10
1/4
1/5
5/10

Slide 34 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar
Niet waar
Om breuken op te tellen maak je de tellers gelijk en tel je de noemers bij elkaar op. 
Om breuken op te tellen maak je de noemers gelijk en tel je de tellers bij elkaar op. 

Slide 35 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de lengtematen in de goede volgorde van groot naar klein.
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 36 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

vul in.
1. Else is 17,3               lang.
2. De afstand van Groningen naar Utrecht is ongeveer 200                .
3. De vuurtoren van Den Helder is ongeveer 64               hoog.
4. Het wiskundeboek is 16               dik.
5. De lengte van een bladzijde uit een boek is 30              .
mm
cm
dm
m
km

Slide 37 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Kilometer
Centimeter
Milimeter
Meter
Wandelen naar de stad
Corona-afstand
Dikte van een mondkapje
Lengte van je tong

Slide 38 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken kun je omrekenen naar procenten.
Zet het gelijkwaardige percentage bij de breuk.

Slide 39 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuk
Kommagetal
Procent
0,75
0,70
0,50
0,40
50%
40%
70%
75%
1/2
3/4
2/5
7/10

Slide 40 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Procenten kun je omrekenen naar breuken.
Zet de gelijkwaardige breuk bij het percentage.

Slide 41 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Procenten kun je omrekenen naar breuken.
Zet de gelijkwaardige breuk bij het percentage.

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

2,345=
7,9692=
6,789=
0,889=
Rond af op 2 decimalen.
7,97
0,89
2,35
6,79

Slide 43 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de breuk naar het percentage/ decimaal getal wat erbij hoort

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de sommen naar het vak met de beste strategie
met teveel
Met ombouwen
met splitsen
14 x 999
12 x 150
48 x 98
8 x 2060
4 x 6090
12 x 1250

Slide 45 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

400000 + 30 + 500 + 80000 + 2 = ?
4
8
0
5
3
2

Slide 46 - Question de remorquage

HD - TD - D - H - T - E
900000 + 10 + 200 + 60000 + 4 = ?
9
6
0
2
1
4

Slide 47 - Question de remorquage

HD - TD - D - H - T - E
800000 + 20 + 100 + 40000 + 5 = ?
8
4
0
1
2
5

Slide 48 - Question de remorquage

HD - TD - D - H - T - E
m
m2
m3
Lengte
of 
Breedte
Opper
vlakte
Inhoud
kubieke
Sleep naar de goede plek

Slide 50 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions