Toptaal A0-A1 24 juni

Wat gaan we vandaag doen?

- De woordjes van de puzzel
- oefenen woorden thema 2, 1 (Vlees, vis, groente en fruit)
- oefenen lidwoorden
- persoonlijke voornaamwoorden oefenen
- Leesoefening
- schrijfoefening
- LINK thema 2, 2
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat gaan we vandaag doen?

- De woordjes van de puzzel
- oefenen woorden thema 2, 1 (Vlees, vis, groente en fruit)
- oefenen lidwoorden
- persoonlijke voornaamwoorden oefenen
- Leesoefening
- schrijfoefening
- LINK thema 2, 2

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Tekst

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Spinazie is een ...............................
A
fruit
B
groente
C
kopen
D
vlees

Slide 6 - Quiz

Ik ben Conny. Wie ben ........................?
A
jullie
B
jij
C
er
D
of

Slide 7 - Quiz

Ik koop het vlees in de supermarkt. Koop jij het vlees ................... in de supermarkt?
A
of
B
dus
C
over
D
ook

Slide 8 - Quiz

Emma .............................. ................................ in de supermarkt.
A
doet boodschappen
B
gaat boodschappen
C
doet ook
D
gaat banaan

Slide 9 - Quiz

Ga jij naar de markt? Dat is ...................!
A
thuis
B
vandaag
C
fijn
D
dus

Slide 10 - Quiz

een .................... en een ....................... zijn allebei geel.
A
vis, ui
B
wortel, banaan
C
tomaat, citroen
D
banaan, citroen

Slide 11 - Quiz

Het is heel warm, ................... ik heb dorst.
A
ook
B
nu
C
dus
D
of

Slide 12 - Quiz

........................ jij naar de markt gaan?
A
willen
B
wil
C
wilt
D
will

Slide 13 - Quiz

Felicia ..................... met Farida.
A
praat
B
praten
C
prat
D
praats

Slide 14 - Quiz

Welk lidwoord komt voor:
.... stad

Slide 15 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
........... land

Slide 16 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
... dochter

Slide 17 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... meisje

Slide 18 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... kind

Slide 19 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... cijfer

Slide 20 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
... klas

Slide 21 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... alfabet

Slide 22 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... achternaam

Slide 23 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... gemeente

Slide 24 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... vlees

Slide 25 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... huisnummer

Slide 26 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
..... fruit




Slide 27 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... banaan

Slide 28 - Question ouverte

Welk lidwoord komt voor:
.... tomaat

Slide 29 - Question ouverte



De persoonlijke voornaamwoorden


Slide 30 - Diapositive

...... ga naar de markt
A
wij
B
ik
C
ons
D
hem

Slide 31 - Quiz

Patricia heeft een boek. Het boek is van ...............
A
haar
B
hem
C
jij
D
zij

Slide 32 - Quiz

Zie je dat huis? Dat huis is van .............
A
jij
B
zij
C
ons
D
ik

Slide 33 - Quiz

Dirk heeft een zoontje. .................. is lief.
A
Hem
B
Hij
C
Zij
D
Zijn

Slide 34 - Quiz

Deze fiets is niet van mij. De fiets is van .................
A
jou
B
hij
C
jij
D
wij

Slide 35 - Quiz

De ouders van mijn vriendin zijn rijk. ............... wonen in een groot huis.
A
hun
B
ze
C
ons
D
haar

Slide 36 - Quiz

Die hond is van Ingrid. Hij woont al 10 jaar bij ..................
A
zij
B
hij
C
haar
D
ik

Slide 37 - Quiz



Leesoefening
Paul en Paula

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive



Schrijfoefening

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

wat koop je op de markt?

Slide 44 - Carte mentale

Wat koop je in de supermarkt?

Slide 45 - Carte mentale