6.3.2 Revolutie buiten Frankrijk? Napoleon

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Memo hm 2

H6. De tijd van pruiken en revoluties

De Franse Revolutie

6.3.2 Revolutie buiten Frankrijk? Napoleon

Leerdoelen

Leerdoelen 6.3.2.

3) Ik kan uitleggen hoe het bestuur van Frankrijk onder Napoleon georganiseerd was.

4) Ik kan uitleggen welke drie ideeën van de Franse Revolutie Napoleon over Europa verspreidde.

Ik ken de begrippen en jaartallen uit deze (deel)paragraaf.

Bange koningen

1799 Napoleon Bonaparte greep de macht in een staatsgreep.

Staatsgreep = Plotselinge overname van de macht, vaak met hulp van het leger.

Napoleon

Napoleon  maakte van Frankrijk een dictatuur. Hij werd een dictator.

• Alleen Napoleon had de macht.
• Burgers geen invloed op bestuur.
• Napoleon maakte wetten, liet ze uitvoeren en benoemde rechters.

In 1804 liet hij zich tot keizer  van Frankrijk uitroepen.

Napoleon

Behield belangrijke ideeën van de Franse Revolutie:

• Alle burgers waren gelijk, geen standenmaatschappij meer.
• Eén wetboek voor heel Frankrijk. Voor het eerst overal dezelfde wetten die voor alle burgers golden.
• Burgerlijke stand

Napoleon

Burgerlijke stand = lijst waarin bestuur vastlegt wanneer burgers zijn geboren, getrouwd of overleden.

Handig voor het bestuur.

• Napoleon wist precies hoeveel mensen in Frankrijk woonden.
• Wie belasting moest betalen.
• Wie oud genoeg waren om dienstplicht in het leger te vervullen.

Napoleon

• Veel Fransen waren blij met Napoleon omdat hij voor orde en rust zorgde.
• Bleef oorlogen voeren en wist bijna heel Europa te veroveren.
• Overal waar Napoleon de baas werd voerde hij wetboeken, de burgerlijke stand en dienstplicht in. 

Leerdoelen

Leerdoelen 6.3.2.

3) Ik kan uitleggen hoe het bestuur van Frankrijk onder Napoleon georganiseerd was.

4) Ik kan uitleggen welke drie ideeën van de Franse Revolutie Napoleon over Europa verspreidde.

Ik ken de begrippen en jaartallen uit deze (deel)paragraaf.

Aan de slag

Wat? Zie whiteboard.

Hoe? Alleen 

Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 

Tijd? Tot het einde van de les. 

Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent.