Zinsdelen

Zinsdelen
Grammatica zinsdelen H1
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zinsdelen
Grammatica zinsdelen H1

Slide 1 - Diapositive

Welke twee manieren hebben we geleerd om de persoonsvorm (pv) te vinden?

Slide 2 - Question ouverte

De persoonsvorm is altijd een...
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
werkwoord
D
voorzetsel

Slide 3 - Quiz

Wat is de pv?
Ik leer het meest wanneer ik gewoon oplet in de les.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de pv?
Er is een verschil tussen onderwerp en persoonsvorm.

Slide 5 - Question ouverte

Zinsdelen

- Je kunt een zin in stukjes verdelen. Dit zijn zinsdelen.

- Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit een groepje woorden.

- Let op! Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan!

Slide 6 - Diapositive

Zo vind je de zinsdelen

Gebruik de zinsdeelproef:

- Verander een paar keer de volgorde van de zin.

- Wat je voor de pv kunt zetten, is een zinsdeel.

- De pv zelf is ook een zinsdeel!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Hussel de zinnen door elkaar.

Veronique heeft het hoogste cijfer van de klas.

Heeft Veronique het hoogste cijfer van de klas?

Van de klas heeft Veronique het hoogste cijfer.

Slide 9 - Diapositive

Je geeft de zinsdelen aan door er streepjes tussen te zetten.


Renz / let / niet op.

Een onderwerp | kan | nooit | de persoonsvorm | zijn, | omdat | een onderwerp | nooit | een werkwoord | is.

Slide 10 - Diapositive

Onderwerp (ow)
Maak een vraag van de zin.
Zet wie of wat voor de zin.
Werkwoorden zijn nooit het onderwerp

Slide 11 - Diapositive

Onderwerp
Wat doe jij als je het niet begrijpt?
PV = doe (= een ww)
Onderwerp = Wie/Wat + PV --> Wie doet?
OW = jij

Slide 12 - Diapositive

Gezegde (gez)
ALLE werkwoorden in een zin opzoeken
Niet alleen een ww wat er nog meer in staat, maar ALLE.

Slide 13 - Diapositive

Gezegde
Bij een gezegde of werkwoordelijk gezegde schrijf ik alle werkwoorden op die in de zin staan.
Gez = schrijf staan
En dus niet alleen schrijf of staan.

Slide 14 - Diapositive

Lijdend voorwerp (lv)
Wat of wie + gezegde + onderwerp?

Slide 15 - Diapositive

Lijdend voorwerp
Wij willen een beter cijfer voor Nederlands.
LV = Wat of wie + gez + ow?
OW = wij
gez = willen
LV = Wat willen wij? = een beter cijfer voor Nederlands

Slide 16 - Diapositive

Zet deze zin 2x in een andere volgorde:
Wij hebben volgende week vakantie.

Slide 17 - Question ouverte

Oefenen
https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-7/zinsontleding

Slide 18 - Diapositive

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Slide 19 - Question ouverte

Nu de pv en zinsdelen samen!

Iustina was zaterdag jarig.


Onderstreep de pv, zet streepjes tussen de zinsdelen.

Slide 20 - Diapositive

Opdrachten:
Maak opdracht 1 t/m 5 van grammatica zinsdelen

Slide 21 - Diapositive

Wat wist je al?

Slide 22 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Question ouverte

Geef de pv in de volgende zin.
Waarom ben jij altijd te laat op school?

Slide 24 - Question ouverte

Einde!!

Slide 25 - Diapositive