Plannen en werkverdelen

1 / 34
suivant
Slide 1: Vidéo
PersoneelsbeleidMBOStudiejaar 2,3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkplanning

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plannen
waar houd je rekening mee?

Slide 3 - Carte mentale

Kwaliteit en kwantiteit van de medewerkers
Seizoensinvloeden
Budget/omzet
Beschikbaarheid van medewerkers
Niveau (ook minimaal 1 leidinggevende)
Strategisch plannen
Strategisch plannen gaat over lange termijn doelen en het bepalen van de beste manier om die doelen te bereiken. Het omvat het nemen van belangrijke beslissingen en het toewijzen van middelen.
3 tot 5 jaar vooruit langetermijnplanning

Slide 4 - Diapositive

Strategische planning wordt opgesteld en uitgevoerd door de directie en gelden voor de lange termijn. De missie en visie zijn hier onderdeel van. Dus lange termijn planning. Voorbeeld: uitbreiding assortiment. Of hoe efficiënter een bepaald bedrijfsproces te laten verlopen.
Tactisch plannen
Tactisch plannen gaat over hoe de doelen op strategisch niveau worden bereikt. Het omvat het bepalen van de acties die nodig zijn om de doelen te bereiken, het bepalen van de middelen die nodig zijn en het toewijzen van verantwoordelijkheden.
1 tot 3 jaar vooruit Middellange termijn

Slide 5 - Diapositive

Tactische planning wordt ook opgesteld door de directie, maar dan vaak in samenspraak met leidinggevende. Deze hebben. Deze hebben betrekking op een termijn van ongeveer een jaar en zijn concrete uitwerkingen van de plannen op strategisch niveau. Hier gaat het om specifieke acties. Bijvoorbeeld dat marketing een bepaalde campagne lanceert om de verkoop in het laatste kwartaal te stimuleren.
Operationeel plannen
Operationeel plannen gaat over korte termijn doelen en het bepalen van de acties die nodig zijn om die doelen te bereiken. Het omvat het toewijzen van middelen en het bepalen van de specifieke taken die moeten worden uitgevoerd.
< 1 jaar kortetermijnplanning

Slide 6 - Diapositive

Dit richt zich op de dagelijkse activiteiten en processen om de tactische plannen uit te voeren. Het is gericht op de korte termijn en is zeer gedetailleerd. Bijvoorbeeld een dienstrooster opstellen of een productieplanning opstellen.

Het verschil in de 3 genoemde niveau's  is dus het niveau van details, de tijdshorizon en de focus op verschillende aspecten  van het organisatorische functioneren.
Voorbeeld: Een bedrijf
Een bedrijf kan strategisch plannen om over vijf jaar wereldwijd marktleider te zijn. Tactisch plannen omvat het ontwikkelen van nieuwe producten en het uitbreiden van het marketingbudget. Operationeel plannen omvat het aannemen van nieuwe medewerkers en het plannen van de productielijn.

Slide 7 - Diapositive

Geef een voorbeeld van hoe een bedrijf planningsniveaus kan gebruiken om hun doelen te bereiken.
Samenvatting
Planningsniveaus zijn strategisch, tactisch en operationeel. Strategisch plannen gaat over lange termijn doelen, tactisch plannen gaat over hoe die doelen worden bereikt en operationeel plannen gaat over korte termijn doelen. Het gebruik van planningsniveaus zorgt voor een gestructureerde aanpak van het behalen van doelen.

Slide 8 - Diapositive

Teken een driehoek 
Lees uit het boek
Hoofdstuk 6.1 en 6.2
Maak in het werkboek 6.1 en 6.2 (vraag 1 t/m 5)
Hier krijg je 15 min de tijd voor.
Hebben jullie hier nog vragen over?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondhouding
Er wordt gesproken over grondhouding. Wat vinden jullie belangrijk qua grondhouding bij een medewerker?
Stel je neemt iemand aan, waar hecht jij waarde aan?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke grondhouding

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe plan je je personeel zo in dat je de juiste personeelsbezetting hebt?​
Waar houd je als leidinggevende allemaal rekening mee om een optimale personeelsbezetting te hebben op je afdeling?​ 


Opdracht: ​
Maak samen met een klasgenoot een lijstje met 10 punten​

Slide 12 - Diapositive

Komt ook op de volgende slide:
Functieniveau
Omzet
Inventariseren arbeid
Beschikbaarheid personeel
Kwantiteit
Wettelijke voorwaarden
Wat is personeelsplanning? ​

Het op elkaar afstemmen van de personeelsbehoefte en de beschikbaar-heid.

O.a rekening houden met:​
-werktijden                         - ziekte                                    - verantwoordelijkheden per
-vakantiedagen​                - afwezigheid                          functie
-verlof​                                   - opleidingsniveau             - omzet
- aantal medewerkers   - beschikbare budget

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De personeelsplanning moet in evenwicht zijn met betrekking tot de volgende onderdelen:​
Het (opleidings)niveau: de kwalitatieve behoefte aan personeel​
Het aantal medewerkers: de kwantitatieve behoefte aan personeel​


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kwantitatieve personeelsbehoefte
Kwantitatief = aantal​
Het aantal medewerkers is gebaseerd op de hoeveelheid taken en de duur en zwaarte van de werkzaamheden​ 

Vast versus tijdelijk
Vaste personeelsbehoefte: de activiteiten in een onderneming vragen om een bepaalde minimale bezetting van personeel (fulltimers en/of parttimers)​

Tijdelijke personeelsbehoefte: de activiteiten in een onderneming zijn bijvoorbeeld seizoensgebonden: denk aan een hondenpepension: juni/juli/aug/sep zijn vaak de drukste maanden: tijdelijk meer personeel nodig​

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kwalitatieve personeelsbehoefte
Kwalitatief = kwaliteit​
Wat bepaalt de kwaliteit van jouw medewerkers?​ 
  • Kennis (bv opleiding)​ 
  • Werkervaring​
  • Vaardigheden (bv communicatieve en sociale vaardigheden)​
  • Houding​

Ook de relatie met de leidinggevende is van invloed op de kwaliteit van een medewerker​

Slide 17 - Diapositive

Dus stel je hebt een dierenspeciaalzaak en je hebt niemand die de kassa kan doen, dan heb je een probleem.
Kwantitatieve personeelsbehoefte
Korte versus lange termijn

Planning op korte termijn: Behoefte aan medewerkers voor de komende 12 maanden​

Planning op lange termijn: Behoefte aan medewerkers voor de komende jaren (langer dan 12 maanden)​

Slide 18 - Diapositive

Hebben we hier voorbeelden van?
Bv lange termijn: uitbreiden van het bedrijf, dan ook meer mensen nodig.
Je hebt vier medewerkers nodig die zelfstandig klanten kan helpen. Dit is een voorbeeld van een ...
timer
0:30
A
kwantitatieve vraag
B
kwalitatieve vraag
C
zowel kwantitatief als kwalitatief
D
domme vraag

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

FTE = FullTime-Equivalent
Dit is de rekeneenheid waarmee de omvang van een functie kan worden uitgedrukt​

​1,0 fte = volledige werkweek = 36-40 uur 
0,1 fte = 1/10 deel van volledige werkweek = 1:10 * 40 = 4 uur​ 
0,6 fte = 6/10 deel van volledige werkweek = 6:10 * 40 = 24 uur​ 
0,9 fte = 9/10 deel van een volledige werkweek = 9:10 * 40 = 36 uur

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

HOEVEEL FTE IS DIT IN TOTAAL?
7 mensen die werken 2 dagen per week
4 mensen die werken 5 dagen per week
8 mensen die werken 3 dagen per week
21 mensen die werken 4 dagen per week

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitleg
2 dagen p.w. = 16 uur = 0,4 fte dus 7 * 0,4 fte = 2,8 fte
5 dagen p.w. = 40 uur = 1,0 fte dus 4*1,0 fte = 4,0 fte
3 dagen p.w. = 24 uur = 0,6 fte dus 8*0,6 fte = 4,8 fte
4 dagen p.w. = 32 uur = 0,8 fte dus 21*0,8 fte = 16,8 fte

2,8 + 4,0 + 4,8 + 16,8 = 28, 4 fte

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe weet je hoeveel medewerkers je per dag nodig hebt?
Het mogelijke doel kan bijvoorbeeld zijn: de gewenste te behalen omzet​ per dag
Gegeven:​ 
1 werkdag = 8 uur​ 
Productiviteit van 1 medewerker is : € 1000,- per werkdag = € 125,- per uur​

Voorbeeld:
Je wilt als dierenspeciaalzaak € 3000,- per dag omzetten

Berekening aantal benodigde medewerkers:
€ 3000,- : € 125,-p/u = 24 uren nodig om € 3.000,- om te zetten​
24 uur : 8 uur = 3,0 medewerkers = 3,0 fte​ per dag

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees in het Boek
Hoofdstuk 6.3 en 6.4
Maak van het werkboek 6.3 en 6.4
(vraag 6 t/m 12)
Hier krijg je 20 min de tijd voor
Hebben jullie hier nog vragen over?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op!
In de realiteit moet je ook rekening houden met de vraag om extra fte!​

- Verlof van medewerkers​ 
- Ziekte van medewerkers​
- Aantal werkplaatsen​
- Werkzaamheden die geen omzet opleveren (bv schoonmaken magazijn)​
- Extra koopzondagen​
-De wettelijke regelgeving

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees hoofdstuk 6.5 Waar moet je wettelijk rekening mee houden met het maken van een planning?

Slide 27 - Carte mentale

blz 110
Verzuim, Verlof en Verloop
  1. Verzuim = ziekte​
   2. Verlof = vrije dagen​ 
   3. Verloop = in- en uitstroom van personeel​ 



Slide 28 - Diapositive

Als je werkt met mensen, dan krijg je ook te maken met veranderingen. Dat betekent dat je flexibel moet zijn en in kunt spelen op nieuwe situaties.

Als je een werkrooster gaat maken, dan krijg je te maken met de 3 V's.
Waarom is het voor een bedrijf belangrijk inzicht te hebben in de 3 V's ten aanzien van hun personeel?

Slide 29 - Question ouverte

kostenbeheersing, productiviteit, werknemerstevredenheid, betrokkenheid, successieplanning (hoe betere opvolging), wetgeving (voldoet een bedrijf wel aan de wettelijke eisen? Waarom is er veel verzuim?)
Stappenplan rooster maken
1. Werkzaamheden inventariseren
2. Inventariseren wie de werkzaamheden uitvoert
3. Inventariseren wanneer de werkzaamheden worden gedaan
4. Inventariseren hoe lang de werkzaamheden mogen duren
5. Inventariseren welke resultaten behaald moeten worden
6. Rooster maken
7. Evalueren en bijsturen

Slide 30 - Diapositive

Je kunt niet zomaar een werkrooster maken voor je medewerkers. Je hebt je te houden aan randvoorwaarden.
Om een goed werkrooster te kunnen maken, maak je gebruik van het volgende stappenplan.
Werkrooster
Kwaliteit -- vaardigheden/kennis
Kwantiteit -- hoeveel

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rooster maken
Zet in de volgende slide de stappen voor het maken van een rooster in de juiste volgorde.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1
2
3
4
5
6
7
8
omzethistorie
verwachte omzet
beschikbare medewerkers
benodigde medewerkers
concept rooster opstellen
concept rooster analyseren
definitief rooster
rooster communiceren

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees in het Boek
Hoofdstuk 6.5, 6.6 en 6.7
Maak van het werkboek 6.5, 6.6 en 6.7
(vraag 13 t/m 17)
Hier krijg je 20 min de tijd voor
Hebben jullie hier nog vragen over?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions