verbanden voor wit en blauw

Trede 16: Verbanden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Trede 16: Verbanden

Slide 1 - Diapositive

- Lineair verband
- Kwadratisch verband
- Wortelverband

Slide 2 - Diapositive

Eerst wat herhaling over lineaire formules

Slide 3 - Diapositive

Bij welke van de volgende formules is er sprake van een lineair verband? Er zijn meer antwoorden mogelijk.
A
y=3x+7
B
xy=24
C
y=3x2
D
3x12=y

Slide 4 - Quiz

Wat is in de volgende formule het startgetal?
F = 2a + 10
A
0
B
2
C
10
D
a

Slide 5 - Quiz

Wat is in de volgende formule het hellingsgetal?
F = 3a - 3
A
3 x a
B
3
C
-3
D
a

Slide 6 - Quiz

Stelling:
Het startgetal lees je altijd vooraan in de tabel af.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

De formule

heeft een ........... verband

0,2x2+5
A
Wortel
B
Kwadratisch
C
Periodiek
D
Macht

Slide 8 - Quiz

Hoe herken je een lineair verband?
In een tabel: steeds dezelfde regelmaat (erbij of eraf) per stap.

In een grafiek: stijgende of dalende rechte lijn. 

Slide 9 - Diapositive

Hoe vul je een getal in bij een lineair verband?
y = 3x + 2

Hoeveel is y bij x = 7?
En bij x = 12?

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive


42=
A
8
B
16
C
-8
D
-16

Slide 12 - Quiz


a=n21
n=3
a=

Slide 13 - Question ouverte


a=n21
n=8
a=

Slide 14 - Question ouverte


y=x210
x=1
y=

Slide 15 - Question ouverte




y=x210
x=1
y=(1)210
y=110=9

Slide 16 - Diapositive

Parabool
...een formule met een    erin heeft de vorm van een parabool

een positief getal voor x2 dan is het een dalparabool 
een negatief getal voor x2 dan is het een bergparabool


2

Slide 17 - Diapositive

parabool tekenen
....eerst een tabel maken 


daarna het assenstelsel met de grafiek
y=x21

Slide 18 - Diapositive

wortelverband

Slide 19 - Diapositive

Welke grafiek hoort bij een wortelverband?
A
1 (links)
B
2
C
3
D
4 (rechts)

Slide 20 - Quiz

wortelverband

Slide 21 - Diapositive

Wat is de kleinste x die je hier kunt invullen: y = √(x - 3) ?
A
-3
B
3
C
0
D
9

Slide 22 - Quiz