regelmatige werkwoorden:
hele werkwoord + ed
You..., he..., they...
...worked, ...clapped, ...tried.
Let op! Sommige ww krijgen extra/andere letters.
onregelmatige werkwoorden:
tweede rijtje, in je boek op pagina 215-216
Zoals:
to be (was, were), to go (went), to do (did)