Blok 2 spelling

• Nederlands
• Middelbare school

Blok 2 Grammatica

• Pak je spullen.
• Telefoon in telefoontas.
• Log in bij Lesson up

Terugblik

Wat weet je nog van de vorige les?

Wat is de stam van
rennen?

Wat is de stam van
lopen?

Schrijf de stam en de ik-vorm op van
zwaaien

Schrijf de stam en de ik - vorm op van
blaffen

Bij welk werkwoord is de ik - vorm gelijk aan de stam?

1. grommen
2. rochelen
3. niezen
4. bellen

Bij welk werkwoord is de stam niet gelijk aan de ik - vorm?

1. paaien
2. flonkeren
3. geeuwen
4. zeven

Doel van de les

Aan het eind weet je hoe je

• klankvaste werkwoorden in de verleden tijd spelt;
• de regel van 't kofschip gebruikt.

Klankvaste werkwoorden in de vt

ik - vorm + te(n) 

of

ik - vorm + de(n)

Voorbeeld: Ik ren - Ik rende

't kofschip

1. Neem de stam van het werkwoord

2. Kijk naar de laatste letter van de stam

3. Is dat een medeklinker uit 't kofschip of een x?

Dan ik - vorm + te(n)

Is het geen letter uit 't kofschip of x?

Dan ik - vorm + de(n)

Voorbeeld: vegen

Stap 1: De stam: veg

Stap 2: Laatste letter van de stam is g

Stap 3: Niet in 't kofschip en geen x 

dus ik-vorm +de(n): ik veegde - wij veegden

blussen

Stap 1: bluss

Stap 2: s

Stap 3: Letter wel in 't kofschip, dus

ik bluste - wij blusten

Wat is de persoonsvorm in de verleden tijd?
Mijn moeder ... (schaven) de kaas.

De ouderen ... (leven) nog 10 jaar op de boerderij.

De deelnemers ... (wachten) op de bus.

Erin ... (hoesten) teveel in de klas.

... (poetsen) jij de kast gisteren?

Zelf aan het werk!

Maak opdracht 2, 4, 5 en 6

Klaar?

Maak opdracht 7