Spelling week 39 1.8 + 2.9 BK KGT

Welkom
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Welkom

Slide 1 - Diapositive

Planning week 39
Deze week:
Stil lezen & uitleg hoofdletters
Op niveau: Spelling BK 1.8 - 2.9 
Op niveau: Spelling KGT 1.8 - 2.9

Nieuwsbegrip opdrachten 
Nieuwsbegrip woordenschat & andere tekstsoort

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen week 39
Aan het einde van deze week weet je wanneer je hoofdletters moet schrijven,

Aan het einde van deze week weet je hoe je de regel van ’t kofschip gebruikt;

Aan het einde van deze week weet je wat de stam van het werkwoord is.


Slide 3 - Diapositive

Les 1
Stillezen 



Slide 4 - Diapositive

Stillezen
timer
30:00

Slide 5 - Diapositive

Les 2

Op niveau
Spelling blok 1 
1.8 BK (opdracht 6) 
1.8 KGT (opdracht 5+6)

Slide 6 - Diapositive

Hoofdletters!
Je schrijft een hoofdletter aan het begin van elke zin.

Alle namen schrijf je met een hoofdletter.



Neem de zinnen in de open vragen over en zet de hoofdletters op de juiste plek.


Slide 7 - Diapositive

de leerlingen van het noordercollege krijgen gymles van meneer bakker.

Slide 8 - Question ouverte

wij gaan in maart naar middelburg in zeeland.

Slide 9 - Question ouverte

veel amerikanen en duitsers bezoeken elk jaar het rijksmuseum.

Slide 10 - Question ouverte

geef jij de nutella even aan, jeroen?

Slide 11 - Question ouverte

in 2012 was astronaut andré kuipers een halfjaar in de ruimte.

Slide 12 - Question ouverte

ik vind ‘spijt’ een van de beste films ooit.

Slide 13 - Question ouverte

Bij sommige werkwoorden verandert de klank als je ze in de verleden tijd zet. Deze noem je klankveranderende werkwoorden. Als de klank niet verandert in de verleden tijd, noem je het klankvaste werkwoorden.

huilen → Ik huilde om die droevige film. = klankvast
blazen → Ik blies de blaadjes van de paardenbloem. = klankveranderend

Slide 14 - Diapositive

Bij klankveranderende werkwoorden hoor je hoe je de persoonsvorm moet spellen in de verleden tijd.

voorbeeld
lopen → (ik) liep
vragen → (ik) vroeg

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Op niveau
Spelling blok 1 
paragraaf 1.8 BK (opdracht 6) 
paragraaf 1.8 KGT (opdracht 5+6)

Klaar?
Lezen in je boek 

Slide 16 - Diapositive

Les 3
Op niveau
Spelling blok 2 
2.9 BK (opdracht 3+4+6) 
2.9 KGT (opdracht 5)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

´t Kofschip
Je hebt geleerd hoe je klankvaste werkwoorden in de verleden tijd spelt. De regel is: ik-vorm + te(n) of de(n). Maar soms kun je niet horen of je -te(n) of -de(n) moet spellen.

voorbeeld
De schoonmaker veegte/veegde de vloer.
De brandweer blusde/bluste het vuur.

Slide 19 - Diapositive

´t kofschip
1. Neem de stam van het werkwoord.
Dat is het hele werkwoord zonder -en.

2. Kijk naar de laatste letter van de stam.

3. Is dat een medeklinker die in ’t kofschip zit of is het een x? Dus is het een t-k-f-s-ch-p-x?
Schrijf dan ik-vorm + te(n).
Zit de letter niet in ’t kofschip en is het geen x? Schrijf dan ik-vorm + de(n)

Slide 20 - Diapositive

D of T ?

Bob heeft mijn zus versier...
A
versiert
B
versierd
C
versierdt

Slide 21 - Quiz

D of T? ??

Bob heeft de brief van mijn zus beantwoor...
A
beantwoort
B
beantwoord

Slide 22 - Quiz

D of T?
Hij herhaal... het antwoord.
A
herhaalt
B
herhaald

Slide 23 - Quiz

D of T?
geschuil..
A
geschuild
B
geschuilt

Slide 24 - Quiz

vragen =
A
klankveranderend
B
klankvast

Slide 25 - Quiz

zwemmen =
A
klankveranderend
B
klankvast

Slide 26 - Quiz

klankvast of klankveranderend?

DENKEN
A
klankveranderend werkwoord
B
klankvast werkwoord

Slide 27 - Quiz

Welk werkwoord is klankveranderend?
A
bestellen
B
spellen
C
denken
D
vervelen

Slide 28 - Quiz

Aan de slag
Spelling blok 2 
2.9 BK (opdracht 3+4+6) 
2.9 KGT (opdracht 5)

Klaar?
Lezen in je boek 

Slide 29 - Diapositive

Les 4
Stillezen 



Slide 30 - Diapositive

Les 5
Nieuwsbegrip tekst + sleutelvragen 



Slide 31 - Diapositive

Les 6
Nieuwsbegrip Online 


Slide 32 - Diapositive