Reptielen

Reptielen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
dierenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Reptielen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel: Vandaag leer je over reptielen


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 
Reptielen (Reptilia) zijn gewervelde en koudbloedige dieren. Er zijn een hoop verschillende soorten op de wereld: wel meer dan 10.000! Ze leven eigenlijk overal op de wereld, maar komen niet voor in gebieden waar de temperatuur extreem laag is. Bijvoorbeeld op de Noord- en Zuidpool. In tegenstelling tot zoogdieren leggen deze dieren eieren en hebben ze schubben in plaats van een warme vacht.
Wat zijn reptielen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn kenmerken van een reptiel?
Ze zijn koudbloedig. 
Ze zijn gewerveld: ze hebben een skelet. 
Ze leggen eieren (dit doen ze vaak op het land). 
Ze hebben longen waarmee ze adem halen. 
Hun huid bestaat uit schubben in een camouflerende kleur. 
Ze hoeven veel minder te eten dan zoogdieren omdat ze hun lichaam niet warm hoeven te houden. 
Ze leven in gebieden waar andere diersoorten maar moeilijk kunnen overleven.

Slide 4 - Diapositive

Bij koudbloedige dieren is de lichaamstemperatuur ongeveer gelijk aan de temperatuur van de omgeving waarin het dier leeft. De lichaamstemperatuur is dan niet hetzelfde.
Welke reptielen ken je?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier is een reptiel?
A
Slang
B
Nijlpaard
C
Leeuw
D
Hond

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk dier is een reptiel?
A
Paard
B
Schildpad
C
Vlieg
D
Kikker

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de kenmerken van een reptiel?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom veranderen sommige hagedissen van kleur, zoals een kameleon?
A
Om niet op te vallen in hun omgeving.
B
Om met elkaar te communiceren.
C
Ze gebruiken het om hun stemming aan te geven.
D
Het helpt hen hun lichaamstemperatuur te regelen.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kunnen schildpadden ademhalen onder water?

Slide 13 - Question ouverte

Ze hebben longen, dus ze moeten naar de oppervlakte komen om lucht te ademen. Sommige water- en moerasschildpadden kunnen echter ook zuurstof opnemen via hun huid, keel, of cloaca (een soort multifunctionele opening) wanneer ze onder water zijn. Dit helpt hen langere tijd onder water te blijven zonder naar de oppervlakte te hoeven komen voor lucht.
Hoe helpen de schubben van een slang bij zijn beweging?"
A
De buikschubben zijn ruw en kunnen zich vastgrijpen aan de grond.
B
De schubben helpen de slang niet met bewegen.
C
Slangen hebben geen schubben.
D
De schubben zijn een soort pootjes waarmee ze kunnen lopen.

Slide 14 - Quiz

De schubben van een slang helpen op verschillende manieren bij zijn beweging. Slangen hebben speciale schubben op hun buik, genaamd buikschubben, die ze gebruiken om zich voort te bewegen. Deze schubben zijn ruw en kunnen zich vastgrijpen aan de ondergrond, waardoor de slang zich kan afzetten en vooruit kan glijden.

Daarnaast zorgen de schubben ervoor dat de slang een gladde, gestroomlijnde vorm heeft, wat helpt bij het makkelijk glijden door gras, zand, of water. De schubben beschermen ook de huid van de slang tegen scherpe objecten en ruwe oppervlakken terwijl ze zich bewegen. Deze combinatie van bescherming en grip maakt het mogelijk voor slangen om efficiënt en soepel te bewegen in verschillende omgevingen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

"Hoe gebruiken hagedissen hun staart voor verdediging?"

Slide 16 - Question ouverte

Veel hagedissen gebruiken hun staart als een belangrijk verdedigingsmiddel. Wanneer een hagedis wordt aangevallen door een roofdier, kan hij zijn staart laten vallen. Dit proces heet autotomie. De staart blijft bewegen nadat hij is losgelaten, waardoor het roofdier wordt afgeleid en de hagedis de kans krijgt om te ontsnappen.

De hagedis kan later een nieuwe staart laten groeien, hoewel deze vaak niet zo lang en mooi is als de oorspronkelijke. Dit vermogen om de staart los te laten en een nieuwe te laten groeien helpt hagedissen om te overleven in gevaarlijke situaties.

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten wij nu over reptielen?

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions