V2: W.49 30-11-2020 §2.4 GR. E/F

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Welcher Tag ist es heute?
Welches Datum ist es heute?

Herzlich Willkommen! (T) vwo 2
  • Es ist Donnerstag.
  • Es ist den 26. November 2020.

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Welcher Tag ist es heute?
Welches Datum ist es heute?

Herzlich Willkommen! (T) vwo 2
  • Es ist Donnerstag.
  • Es ist den 26. November 2020.

Slide 1 - Diapositive

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  1. Grammatik D/E erklären §2.4/§2.5
  2. m.o. Deutsch abschliessen 

             


Programm

Slide 2 - Diapositive

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Lernziele
Lernziele für heute: 
Je kunt een zelfstandig naamwoord vervangen voor een persoonlijk voornaamwoord.
Je kent de regels van het zelfstandig naamwoord en kan dit toepassen in een oefening. 


Slide 3 - Diapositive

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Kapitel 2.3: Sprich mal!
mannelijk: (der-woord)
der Mann
der Stier
der Lehrer
der Montag
der Oktober
der Abend
der Sommer
die Nacht
onzijdig: (das-woord)
das Kind
das Mädchen
das Fräulein
vrouwelijk: (die-woord)
die Frau
die Kuh
die Lehrerin
die Freiheit -heit
die Möglichkeit -keit
die Übung -ung
die Schule -e

Slide 4 - Diapositive

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Grammatik E: pers. vnw
Zie aantekening persoonlijk voornaamwoord + voorkennis. 

Vervang steeds het zelfstandig naamwoord (der Lehrer) voor een persoonlijk voornaamwoord (er, sie, es).

Slide 5 - Diapositive

Der Ball liegt auf das Gras.
A
er
B
sie
C
es

Slide 6 - Quiz

Wo ist die Mutter?
A
er
B
sie
C
es

Slide 7 - Quiz

Dein Kind spielt draußen.
A
er
B
sie
C
es

Slide 8 - Quiz

Das Mädchen ist nett.
A
er
B
sie
C
es

Slide 9 - Quiz

Meine Schuhe sind schmutzig.
A
er
B
sie
C
es

Slide 10 - Quiz

Heute
  • Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  • Herhaling voorzetsels 3e naamval 
Selbstständig:
  • M.o. afronden en leren.
Kapitel 2.4: An die Arbeit!
Zusammen:
  • Grammatica D/E doornemen.
  • Ganz fertig?
  • Ihr dürft jetzt via Quizlet lernen.

Slide 11 - Diapositive