(Havo2) 01-10-2024 (1e les van de week)

Startopdracht
Lees dit goed door! Dit is een verplichte opdracht van de stempelkaart. Denk hier alvast over na en maak een groepje!

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Startopdracht
Lees dit goed door! Dit is een verplichte opdracht van de stempelkaart. Denk hier alvast over na en maak een groepje!

Slide 1 - Diapositive

Guten Tag!

Was liegt auf dem Tisch?
  • Plenda
  • Laptop
  • Buch
  • Stempelkarte
  • Stift
X
X

Slide 2 - Diapositive

  • selbstständig Arbeiten (10min)
  • Wörter üben (10 min)
  • zusammen Arbeiten (10min) 
  • Planen (5min)
  • Feedback (5min)

Slide 3 - Diapositive

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden haben en sein in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wortschatz Test
  • Je zit in toets opstelling
  • op je tafel ligt alleen een pen en papier
  • je kijkt op eigen blaadje

Slide 6 - Diapositive

Wortschatz Test
NED
DUITS
1. de namen 
2. de straat
3. het jaar
4. Nederland
DUITS
NED
1. schön
2. die Woche
3. lieben
4. der Bruder

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

timer
10:00
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 1 
  • opdrachten Kapitel 2
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart

Selbstständig
Arbeiten

Slide 9 - Diapositive

Wörter üben (woordjes leren)

ga naar www.quizlet.live en schrijf je in


timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

timer
10:00
Wat kan ik doen? 
  • opdrachten Kapitel 1 
  • opdrachten Kapitel 2
  • slim stampen
  • ander opdrachten stempelkaart

Zusammen
Arbeiten

Slide 11 - Diapositive

mail mij!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

  • Je kunt de woorden van de Lernliste N-D en D-N actief gebruiken.
  • Je kent de persoonlijke                                                     voornaamwoorden.
  • Je kunt de werkwoorden                                                               haben en sein in de                                                              tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 14 - Diapositive

Wat heb je gedaan vandaag?
Wat is het beste gelukt?
Wat had je beter kunnen doen?
Noem twee positieve dingen over hoe je hebt gewerkt?

Slide 15 - Question ouverte

Exitticket:
Hoeveel stempels heb je al?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Diapositive