3.2 nieuwe wetten

3.2 nieuwe wetten
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

3.2 nieuwe wetten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinder
wet van Van Houten
Uitvinding 
Stoommachine
Oprichting vakbonden
De Leerplichtwet

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Eerste sociale wet in Nederland: Kinderwet van Van Houten (1874)
VOOR Kinderen worden gebruikt om inkomen aan te vullen. Als volwassen beter betaald krijgen, zullen er minder kinderen geboren worden, waardoor de situatie voor iedereen verbeterd.

VOOR Kinderen zijn meest kwetsbaren in de samenleving. De wet moet voor hen opkomen. De overheid moet controleren en boetes uitdelen.

VOOR Kinderen zijn de meest kwetsbaren in de samenleving. Voor hen moet de wet opkomen.

TEGEN De fabriek is privébezit van een fabrikant. De overheid zich niet mee bemoeien.

VOOR Kinderen zijn meest kwetsbaren in de samenleving. De wet moet voor hen opkomen. De overheid moet controleren en boetes uitdelen.
TEGEN Kinderarbeid afschaffen zal zorgen voor onrust onder de arbeiders en de werkgevers. Harmonie goed is voor een land.

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie waren de eerste liberalen?
A
De geestelijken
B
De koningsgezinden
C
De arbeiders
D
De middenstand

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Liberalen willen?
A
Vrijheid voor de bevolking
B
Meer rechten voor de arbeiders

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Liberalen komen op voor:
A
Fabriekseigenaren
B
Gelovigen
C
Arbeiders
D
Kapitalisten

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Liberalen wilden:
A
Kinderarbeid afschaffen
B
Stemrecht voor vrouwen
C
Eigen scholen oprichten
D
Meer gelijkheid

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat willen de Liberalen?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Liberalen waren over het algemeen:
A
ondernemers
B
arbeiders

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De liberalen zijn voor meer..
A
Gelijkheid
B
Vrijheid
C
Gelovigen
D
Macht van de koning

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1848 hadden de liberalen in Nederland de macht. Waar waren de liberalen in de 19e eeuw voor?
A
stemrecht voor mannen en vrouwen
B
Stemrecht voor welvarende burgers
C
Stemrecht voor het hoofd van het gezin
D
vrijheid voor iedereen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om welke reden was het Kinderwetje van Van Houten minder effectief dan de Arbeidswet?
A
Het kinderwetje liet kinderen onder de 12 jaar in de fabriek werken
B
Er was nauwelijks controle op het kinderwetje
C
Het kinderwetje verbood kinderen om naar school te gaan
D
Op het land werken was volgens het kinderwetje verboden

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurde er naar aanleiding van het kinderwetje van van Houten
A
kinderen tussen de 6-12 moesten naar school
B
alleen jongens gingen naar school
C
alle kinderen onder de 18 moesten naar school
D
jongens en meisjes werden gescheiden in de klas

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kinderwetje van Van Houten gaat over:
A
leerplicht
B
verbod op kinderarbeid
C
je mocht maar 2 kinderen krijgen
D
toeslag voor ouders met kinderen.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is het Kinderwetje van Van Houten?
A
Een boek.
B
Een wet die zorgde dat niemand meer hoefde te werken.
C
Een wet die zorgde dat alle kinderen naar school konden.
D
Een wet die zorgde dat (bijna) alle kinderen naar school konden.

Slide 15 - Quiz

Bij het interactieve onderdeel Quiz, kunnen de leerlingen de meerkeuzevraag beantwoorden. Dit kan zowel met- als zonder devices. Bij de variant zonder devices kan eventueel gebruik worden gemaakt van wisbordjes.

Waardoor kwam het  Kinderwetje van Van Houten?
A
Door kinderarbeid.
B
Door armoede.
C
Door lage opkomst op scholen.
D
Door te lage opkomst in fabrieken.

Slide 16 - Quiz

Bij het interactieve onderdeel Quiz, kunnen de leerlingen de meerkeuzevraag beantwoorden. Dit kan zowel met- als zonder devices. Bij de variant zonder devices kan eventueel gebruik worden gemaakt van wisbordjes.
Wat stond in het kinderwetje van Van Houten?

A
Kinderen vanaf 12 jaar hebben dezelfde rechten als volwassenen.
B
Kinderen mogen voor ze twaalf jaar zijn geen gevaarlijk werk doen.
C
Kinderen mogen alleen in een fabriek werken als ze twaalf jaar of ouder zijn.
D
Kinderen die niet willen werken, moeten naar school tot ze twaalf zijn.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt het "Kinderwetje" van van Houten de eerste sociale wet genoemd?
A
Het is de eerste wet die kinderarbeid (<12) verbiedt.
B
Het is de eerste wet die door socialisten is gemaakt.
C
Het is de eerste wet die iets zegt over de rechten van arbeiders.
D
Het is de eerste wet die door liberalen en socialisten is gemaakt.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verbood het Kinderwetje van Van Houten?
A
Kinderarbeid
B
Kinderarbeid tot 12 jaar in fabrieken
C
Kinderarbeid tot 12 jaar in fabrieken en thuis
D
Kinderarbeid tot 14 jaar in fabrieken

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kinderwetje van Van Houten had niet op alle beroepssectoren invloed.

Het kinderwetje werd NIET ingevoerd in de ....
A
industriesector
B
landbouwsector

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kinderwetje van Van Houten (1874) zorgde ervoor dat er geen kinderarbeid meer plaatsvond.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het kinderwetje van Van Houten was de eeste sociale wet in Nederland. Deze gaat over:
A
Recht op onderwijs voor alle kinderen
B
verbod op kinderarbeid
C
Dat je nog maar 2 kinderen mocht krijgen, vanwege bevolkingsgroei
D
toeslag voor arme ouders met kinderen.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Twee uitspraken:

1. De Leerplichtwet werd eerder ingevoerd dan het Kinderwetje van van Houten.

2. Na de invoering van het Kinderwetje van van Houten mochten kinderen gewoon blijven op het land en in de mijnen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke -isme hoort de naamgever van het kinderwetje, Samuel van Houten?
A
liberalisme
B
conservatisme
C
nationalisme
D
socialisme

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat stond er in het kinderwetje van Van Houten?
A
Kinderen mogen alleen in een fabriek werken als ze 12 jaar of ouder zijn.
B
Kinderen mogen voordat ze 12 zijn geen gevaarlijk werk doen.
C
Kinderen die niet willen werken, moeten naar school totdat ze 12 jaar zijn.
D
Kinderen vanaf 12 jaar hebben dezelfde rechten als volwassenen.

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?

Het kinderwetje van Van Houten stopte de kinderarbeid volledig
A
Niet waar
B
waar

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft de leerplichtwet met het kinderwetje van Van Houten te maken?
A
Van Houten heeft het kinderwetje én de leerplichtwet voorgesteld
B
Kinderarbeid werd gehalveerd omdat de andere helft naar school moest
C
Alle kinderen onder 12 jaar mochten niet werken en moesten naar school
D
De wetten werden in hetzelfde jaar ingevoerd

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Kinderwetje van van Houten is uit
A
1874
B
1934
C
1774
D
1824

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom was het Kinderwetje van Van Houten niet effectief?
A
Kinderen mochten niet naar school
B
Nu moesten ze thuis schoonmaken
C
Mensen leefden nu helemaal in armoede
D
De wet werd niet gecontroleerd

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Arbeidswet
A
1887
B
1889
C
1901
D
1917

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om welke reden was het Kinderwetje van Van Houten minder effectief dan de Arbeidswet?
A
Het kinderwetje liet kinderen onder de 12 jaar in de fabriek werken
B
Er was nauwelijks controle op het kinderwetje
C
Het kinderwetje verbood kinderen om naar school te gaan
D
Op het land werken was volgens het kinderwetje verboden

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vernieuwde arbeidswet
A
1889
B
1901
C
1917
D
1919

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Niet langer dan 11 uur per dag werken
A
Arbeidswet
B
Ongevallenwet
C
Ouderdomswet
D
Ziektewet

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke maatregel hoort niet bij de arbeidswet uit 1889?
A
Lange werkdagen verboden
B
Gevaarlijk werk voor vrouwen en kinderen verboden
C
Kinderen onder 12 mogen niet in fabrieken werken.
D
Nachtarbeid wordt verboden voor vrouwen en kinderen

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sociale wet gold voor alle arbeiders?
A
Nieuwe arbeidswet van 1919
B
leerplichtwet
C
Kinderwetje van Van Houten
D
arbeidswet van 1889

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sociale wet gold voor alle kinderen?
A
Nieuwe arbeidswet van 1919
B
leerplichtwet
C
Kinderwetje van Van Houten
D
arbeidswet van 1889

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke sociale wet gold voor alle kinderen die in fabrieken werken?
A
Nieuwe arbeidswet van 1919
B
leerplichtwet
C
Kinderwetje van Van Houten
D
arbeidswet van 1889

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kinderarbeid werd pas echt afgeschaft met...
A
Het kinderwetje van Van Houten
B
De Arbeidswet
C
De Leerplichtwet

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke wet is eerst?
A
Arbeidswet, leerplicht, kinderwetje van van Houten
B
Kinderwetje van van Houten, arbeidswet, leerplichtwet
C
Arbeidswet, kinderwetje van van Houten, leerpicht
D
Kinderwetje van van Houten, leerplichtwet, arbeidswet

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke wet kwam NIET aan het eind van de 19e om de arbeiders te beschermen?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Kinderwetje van van Houten
C
Arbeidswet
D
Leerplichtwet

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat stond er in de Arbeidswet?
A
Uitkering voor arbeiders die een ongeluk hadden gehad.
B
Kinderen mochten niet meer werken, er kwam een leerplicht.
C
Kinderen + vrouwen mochten niet langer dan 11u werken.
D
Arbeiders moesten voortaan livestreamen via Teams.

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 1901 werd bepaald dat elk kind in Nederland tussen de 6 en 12 jaar naar school moet. Wat was de naam van die wet?
A
De Arbeidswet
B
Het Kinderwetje van Van Houten
C
De Leerplichtwet
D
De Mammoetwet

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In 1889 werd de Arbeidswet ingevoerd. Welke gevolgen had dit?
A
Arbeiders en hun gezinnen hadden nu recht op vakantie naar het buitenland
B
De arbeiders hoefden nu niet meer te luisteren naar de fabrieksbaas en mochten doen wat zij willen
C
De fabrieksbazen moesten veel van hun winst teruggeven aan arbeiders
D
Werkgevers werden nu strenger gecontroleerd door de overheid

Slide 43 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie waren de Liberalen?
A
Mensen die wilde dat de koning een dictator zou worden
B
Mensen die de macht van de koning wilden beperken
C
Mensen die samenwerkten met de koning
D
mensen uit de Provinciale Staten

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions