3H - 405

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Natuurkunde

1) Pak je spullen

2) Berg je telefoon en tas op

3) Lees in je leesboek 

Lezen

Wat gaan we vandaag doen?

Luchtweerstand = 0,050 N

(tegenwerkende kracht)

14

Luchtweerstand = 0,050 N

(tegenwerkende kracht)

Zwaartekracht = ? N

14

Luchtweerstand = 0,050 N

(tegenwerkende kracht)

Zwaartekracht = ? N

F_z = m x g = 0,050 x 9,81 = 0,4905 N

14

Luchtweerstand = 0,050 N

(tegenwerkende kracht)

Zwaartekracht =  0,4905 N

(meewerkende kracht)

14

Luchtweerstand = 0,050 N

(tegenwerkende kracht)

Zwaartekracht =  0,4905 N

(meewerkende kracht)

De meewerkende kracht is groter dan de tegenwerkende kracht, dus de snelheid van de golfbal wordt groter.

14

Op wie is de resultante kracht groter?

Een fietser die met constante snelheid naar school fietst.

Een eend die plots naar de fietser toe vliegt.

Op wie is de resultante kracht groter?

Een fietser die met een noodstop moet maken.

Eendjes die rustig naar de sloot toe waggelen.

Wat is jouw antwoord bij opdracht 16?

Met een kracht van 600 N een doos vooruit duwen.

Met een kracht 600 N op de grond duwen.

Met een kracht van 600 N een doos vooruit duwen.

Met een kracht 600 N op de grond duwen.

Bewegingsenergie

Arbeid

Arbeid is de energie die nodig is om een kracht uit te oefenen over een bepaalde afstand.

​F⋅s​​W​​

W is de arbeid in joule (J)

F is de kracht in newton (N)

s is de verplaatsing in meter (m)

W=F⋅s

F = 45 N

s = 12 m

W = F x s

W = 45 x 12 = 540 J

Omrekenen

m = mili = /1000

c = centi = /100

k = kilo = x 1000

M = mega = x 1 000 000

Werken aan huiswerk

Opdracht 20

Opdracht 21

klaar?

Maak 22