Mens en activiteit hoofdstuk 1

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Mens en activiteit

Kennismaken met organisaties.

Doelen:

De leerling kan online inloggen in de methode.

De leerling weet wat je mee moet nemen naar de les.

De leerling op welke manier er wordt gewerkt in de lessen.

De leerling weet wat activiteiten zijn.

De leerling weet welke organisaties activiteiten aanbieden.

De leerling kan over een organisatie een poster maken.

Online inloggen:

Licentiecode activeren.

Nodig voor de les:

Lesboek: mens en activiteit.

Pen.

Opgeladen laptop.

Opdracht:

Maak opdracht 1.01 (blz. 19).

Uitleg:

Wat is een activiteit.

Elke activiteit heeft een doel.

Sportieve activiteiten - beweging.

Recreatieve activiteiten - ontspanning/vrije tijd.

Sociale activiteiten - mensen hebben contact met elkaar.

Educatieve activiteiten - iets leren.

Thema activiteiten - een onderwerp/voorlichting.

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...

1. omdat je andere mensen ontmoet
2. Er is eten erbij
3. om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
4. om regelmaat in je dag te vinden

Opdracht:

Lezen blz. 20 t/m 28.

Maak opdracht 1.03, 1.04, 1.05, 1.06, 1.09, 1.10 (blz. 21 t/m 28).

Uitleg:

Individuele activiteiten/groepsactiviteiten.

Homogene groepen - dezelfde dingen/eigenschappen.

Heterogene groepen - verschillende dingen/eigenschappen.

Verticale groepen - verschillende leeftijden.

Horizontale groepen - dezelfde leeftijden.

Opdracht:

Maak opdracht 1.11 (blz. 29).

Uitleg organisaties:

Kinderopvang: kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, BSO.

Buurthuis of wijkcentrum.

Jongerencentrum.

Opdracht:

Lezen blz. 29 t/m 32.

Maak opdracht 1.12, 1.13, 1.15 (blz. 30 t/m 33).

Uitleg organisaties:

(Crisis)opvang.

Vrouwenopvang.

Asielzoekerscentra.

Dak- en thuislozenopvang.

Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Opdracht:

Maak opdracht 1.16 (blz. 34).

Opdracht:

Maak opdracht 1.17 (blz. 35).

Uitleg organisaties:

Dagbesteding.

Verpleeghuis.

Verzorgingshuis.

Woonzorgcentrum.

Is een verzorging en verpleeghuis tijdelijk of permanent

1. Tijdelijk
2. Permanent
3. Beide
4. Geen een

Mevrouw Jansen heeft een nieuwe heup en kan thuis niet revalideren.

1. Verzorgingshuis
2. Verpleeghuis

Meneer Akker heeft een katheter en heeft geen naasten familie meer. Meneer wil niet meer alleen wonen.

1. Verzorgingshuis
2. Verpleeghuis

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?

1. Mensen die geopereerd moeten worden
2. Mensen die niet graag alleen wonen
3. Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
4. Mensen met een indicatie voor thuiszorg

Uitleg organisaties:

Gehandicaptenzorg:

lichamelijke beperking

geestelijke beperking

zintuigelijke beperking

Opdracht:

Maak opdracht 1.20 (blz. 39).

Opdracht:

Lezen blz. 34 t/m 38.

Maak opdracht 1.18, 1.19, 1.215 (blz. 36 t/m 42).

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.