Mens en activiteit voorbereiding theorietoets

Mens en activiteit
Voorbereiding PTA theorie.

1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Mens en activiteit
Voorbereiding PTA theorie.

Slide 1 - Diapositive

Doelen:
De leerling bereidt zich voor op de PTA theorietoets.

Slide 2 - Diapositive

Welke antwoord is fout?

Activiteiten zijn belangrijk...
A
omdat je andere mensen ontmoet
B
Er is eten erbij
C
om te ontspannen en om je zorgen te vergeten
D
om regelmaat in je dag te vinden

Slide 3 - Quiz

Uitleg organisaties:
(Crisis)opvang.
Vrouwenopvang.
Asielzoekerscentra.
Dak- en thuislozenopvang.
Verpleeg-, verzorgingshuis en (woon) zorgcentrum.

Slide 4 - Diapositive

Uitleg organisaties:
Dagbesteding.
Verpleeghuis.
Verzorgingshuis.
Woonzorgcentrum.

Slide 5 - Diapositive

Is een verzorging en verpleeghuis tijdelijk of permanent
A
Tijdelijk
B
Permanent
C
Beide
D
Geen een

Slide 6 - Quiz

Mevrouw Jansen heeft een nieuwe heup en kan thuis niet revalideren.

A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 7 - Quiz

Meneer Akker heeft een katheter en heeft geen naasten familie meer. Meneer wil niet meer alleen wonen.
A
Verzorgingshuis
B
Verpleeghuis

Slide 8 - Quiz

Welke mensen wonen in een verpleeghuis?
A
Mensen die geopereerd moeten worden
B
Mensen die niet graag alleen wonen
C
Mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen.
D
Mensen met een indicatie voor thuiszorg

Slide 9 - Quiz

Uitleg organisaties:
Gehandicaptenzorg:
lichamelijke beperking
geestelijke beperking
zintuigelijke beperking

Slide 10 - Diapositive

Wat wordt er bedoeld met de geestelijke ontwikkeling?
A
De ontwikkeling van de hersenen
B
De ontwikkeling van het lichaam en de motoriek
C
De ontwikkeling van je eigen ik en de omgang met anderen
D
De ontwikkeling van je motoriek

Slide 11 - Quiz

wat heeft te maken met sociale ontwikkeling?
A
groeien
B
woorden leren
C
vrienden maken
D
kleuren leren

Slide 12 - Quiz

Wat hoort bij geestelijke ontwikkeling van een kleuter
A
leren zwemmen
B
leren samenwerken
C
leren fietsen
D
leren schrijven

Slide 13 - Quiz

Tot welke ontwikkeling hoort het omrollen van een baby?
A
Lichamelijke ontwikkeling
B
Cognitieve(geestelijke ontwikkeling
C
Sociale ontwikkeling
D
Geen van allen

Slide 14 - Quiz

Lees het voorbeeld. Om welke ontwikkeling gaat het hier?

Een schoolkind leert lezen en schrijven.
A
Sociale ontwikkeling
B
Cognitieve(geestelijke ontwikkeling
C
Emotionele ontwikkeling
D
Lichamelijke ontwikkeling

Slide 15 - Quiz

Ella is een peuter. Zij kan zelf sturen en lopen met dit loopfietsje. Welke ontwikkeling wordt gestimuleerd?
A
De grove motoriek en samenwerking
B
De fijne motoriek en samenwerking
C
De grove motoriek en oog-handcoördinatie
D
De fijne motoriek en oog-handcoördinatie

Slide 16 - Quiz

Een baby leert praten. Bij welke ontwikkeling hoort dit?
A
Sociale ontwikkeling
B
Geestelijke ontwikkeling
C
Emotionele ontwikkeling
D
Lichamelijke ontwikkeling

Slide 17 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van lichamelijke ontwikkeling van een kleuter?
A
De kleuter groeit steeds meer in de lengte
B
De fijne motoriek ontwikkelt zich steeds meer
C
De kleuter doet het gedrag van anderen na
D
Het evenwichtsgevoel is in ontwikkeling

Slide 18 - Quiz

Wat is waar over de sociale ontwikkeling van peuters?
A
Een peuter is 'ik- gericht' en vindt het moeilijk om samen te spelen
B
Een peuter kan al goed samen spelen met andere kinderen

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Vidéo

Wat is een voorbeeld van een open vraag?
A
Komt het u uit dat ik uw kamer schoonmaak?
B
Wilt u meehelpen uw kamer schoon te maken?
C
Zal ik de keukenvloer dweilen?
D
Welke schoonmaakmiddelen heeft u?

Slide 21 - Quiz

Wat is miscommunicatie?
A
Als de ander de boodschap juist heeft begrepen
B
Als de ander de boodschap anders heeft begrepen

Slide 22 - Quiz

LSD staat voor?
A
Luisteren, samenvatten , doorvragen
B
luisteren, samen, doorgaan
C
licht, samenvatten, doorvragen
D
licht, samen, dimmen

Slide 23 - Quiz

Iemand valt alleen op hetzelfde geslacht. Welke seksuele geaardheid heeft hij/zij?
A
Biseksueel
B
Homoseksueel
C
Transgender
D
Heteroseksueel

Slide 24 - Quiz

Schoolkinderen krijgen te maken met een groeispurt. Wat is dat?
A
Een energiedrankje
B
Een versnelde groei van het lichaam
C
Een hardloopwedstrijd voor schoolkinderen
D
Een hapering in de ontwikkeling van de groei

Slide 25 - Quiz

Wat is een conflict?
A
er proberen samen uit te komen.
B
LSD luisteren, samenvatten en doorvragen
C
misverstand
D
taal met handen voor doven

Slide 26 - Quiz

Sam Smith is geboren in het lichaam van een man, maar identificeert zich niet man of vrouw. Hij is...
A
Intersekse
B
Non-binair of genderneutraal
C
Transgender
D
Homoseksueel

Slide 27 - Quiz

Koosjer hoort bij .....
A
Het Christendom
B
De Islam
C
Het Jodendom
D
de Katholieken

Slide 28 - Quiz

Vraag 12:
Volgens het hindoeïsme is de koe een heilig dier.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Hindoeïsme, wat is waar?
A
Eten liever geen koeienvlees en eieren
B
Eten ritueel geslacht vlees
C
Eten alleen kip
D
Eten graag eieren

Slide 30 - Quiz

In welke religie doen mensen mee aan de ramadan?
A
Boeddhisme
B
Hindoeïsme
C
Islam
D
Jodendom

Slide 31 - Quiz

Het godsdienstige boek van de Islam is de ...
A
bijbel
B
Koran
C
moskee
D
Thora

Slide 32 - Quiz

Het hindoeïsme gelooft dat je na de dood weer opnieuw geboren wordt.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

het Suikerfeest hoort bij
A
Islam
B
Jodendom
C
Hindoeïsme
D
Christendom

Slide 34 - Quiz

Zaterdag is een rustdag en mensen gaan naar de kerk (Christendom)
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Hoeveel zuilen heb je in de Islam?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 36 - Quiz

christendom, wat is niet waar
A
Geen echte voedingsvoorschriften
B
Vroeger werd er op vrijdag geen vlees gegeten
C
Vasten tussen carnaval en pasen
D
Elke zaterdag naar de kerk

Slide 37 - Quiz

De islam, wat is niet waar?
A
Eet geen varkensvlees
B
Eet ritueel geslacht vlees
C
Heeft een vastenmaand de ramadan
D
Mag wel alcohol drinken

Slide 38 - Quiz

Halal hoort bij
A
Jodendom
B
Islam
C
Hindoeïsme
D
Boeddhisme

Slide 39 - Quiz

In het Hindoeïsme eet men geen vlees van de volgende dieren
A
koe
B
kip
C
varken
D
paard

Slide 40 - Quiz

Tijdens het koken mag vlees of gevogelte niet in aanraking komen met zuivelproducten. Welke godsdienst past bij deze spijswet
A
Islam
B
Christendom
C
Jodendom
D
Hindoeïsme

Slide 41 - Quiz

Opdracht boek:
Ga naar de uitgeversgroep.
Online boek mens en activiteit.
Ga naar test je kennis.
Maak de 4 online toetsen.

Slide 42 - Diapositive

Afsluiting:
Lesevaluatie.
Vooruitblik volgende les.
Huiswerk.

Slide 43 - Diapositive