Verslaving

Verslavingen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Verslavingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoppen met een verslaving is een kwestie van wilskracht
EENS
ONEENS
WEET IK NIET

Slide 2 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud van deze les
*Wat is verslaving
*Soorten verslaving
*Risicofactoren
*Behandeling en begeleiding

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij?
Wat weet je al over verslavingen? 

Vul de mindmap in op de volgende pagina.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaving

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslaving
Mentaal en fysiek gewend aan een middel of gewoonte dat stoppen moeilijk is. 

De hunkering is zo sterk dat dit continu je gedachten bepaalt en je leven beheerst. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Dopamine?
A
Gelukshormoon
B
Plezierhormoon
C
A en B zijn juist
D
Dopamine is geen hormoon

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dopamine
Hormoon die je gelukkig laat voelen. 


Drugs maken dit aan.
Bij veel drugs gebruik maakt eigen lijf minder dopamine aan.
Gevolg -> minder plezier in dagelijkse dingen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de drie soorten verslavende middelen?
A
alcoholische middelen, verdovende middelen, bewustzijnsveranderende middelen
B
verdovende middelen, drogerende middelen, stimulerende middelen
C
verdovende middelen, stimulerende middelen, bewustzijnsveranderende middelen

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslavende middelen
Er zijn veel soorten verslavende middelen. Elk middel heeft weer een ander effect op lichaam en geest. 
  • Verdovende middelen
  • Stimulerende middelen
  • Bewustzijnsveranderende middelen.
  • Gewoonteverslaving

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fasen voorafgaand aan een verslaving
Experimenteerfase
Uit nieuwsgierigheid bepaalde middelen gebruiken.
Fase van sociaal geïntegreerd gebruik
de middelen worden als onderdeel van het leven geaccepteerd. Het gebruik is onderdeel geworden van het leven, maar de omgeving heeft er geen last van.
Fase waarin het gebruik meer en belangrijker wordt (afhankelijkheidsfase)
De middelen worden niet meer alleen gebruikt om een plezierig gevoel te hebben, maar ook om spanning te verdrijven.
De verslavingsfase
Het gebruik beheerst het hele leven en heeft negatieve psychische, lichamelijke en sociale gevolgen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleepvraag


Zoek op de volgende dia de uitleg bij de verslavende middelen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

zorgen ervoor dat je je een beetje versuft voelt. Je wordt trager en slaperig. Bij een overdosis voel je je verward of raak je in coma. Onder deze categorie vallen alcohol, heroïne, morfine, GHB en slaap- en kalmeringspillen. 
tabak, xtc, cocaïne, koffie, energy drankjes, speed. Je hartslag gaat omhoog gaat, je bloeddruk stijgt en je ademhaling versnelt. Je hebt geen behoefte aan rust en je hebt het gevoel dat je de wereld aankunt. Je wordt energiek. Overdosis en chronisch gebruik kunnen leiden tot hartaanvallen en psychoses.
veroorzaken een andere voorstelling en beleving van de werkelijkheid. Bij een overdosis raak je de grip op de realiteit kwijt of buiten bewustzijn. In het ergste geval kun je aan een overdosis sterven. bijvoorbeeld lsd, paddo’s en in lichtere mate wiet en hasj. 
bepaalde activiteit die je dwangmatig vaak uitoefent. Denk aan seksverslaving, internetverslaving, gokverslaving, eetverslaving, sportverslaving en gameverslaving. Zo’n verslaving zorgt ervoor dat je geen normaal leven kunt leiden.
Stimulerende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
Gewoonte verslaving
Verdovende middelen

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er als je een overdosis verdovende middelen inneemt?
A
Je voelt je verward of je raakt in een coma.
B
Je wordt abnormaal actief, maar daarna ervaar je een dipje.
C
Je wordt heel vrolijk en lacherig.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren

biologische factoren
psychosociale factoren
cognitieve factoren
sociaal-culturele factoren.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische factoren

Genetische aanleg. 
Iets in jouw DNA zorgt ervoor dat jij vatbaarder bent voor verslavingen dan anderen. Sommigen hebben daarom meerdere verslavingen. 

Daarnaast kan je lichaam sneller verslaafd raken aan een bepaalde stof, zoals nicotine in tabak of thc (delta-9-tetrahydrocannabinol) in wiet.

Psychosociale factoren

 Als je je eigen emoties en gedachten uit de weg wilt gaan, biedt het gebruik van middelen of een bepaalde gewoonte een uitweg. 
Als je veel stress ervaart, is gamen een afleiding. Een jointje biedt dan ontspanning. 

 Jongeren die een stressvolle jeugd hadden, hebben een grotere kans een verslaving te ontwikkelen dan jongeren die in een veilige gezinssituatie zijn opgegroeid.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cognitieve factoren

Denkpatronen van verslaafden. bv. een verlegen iemand denkt dat alcohol socialer maakt of jongeren die denken dat een housefeestje pas leuk is met XTC. 

Verslaafden houden lang vast aan een oud denkpatroon, terwijl ze ondertussen alleen nog maar negatieve effecten van hun verslaving ervaren. 

Sociaal- culturele factoren

De reputatie van de middelen in je directe omgeving. 
In een Nederlandse studentenvereniging is het stoer om veel bier te drinken. Je valt dan buiten de boot als je niet drinkt. Maar in andere culturen, zoals in India, heeft alcohol een slechte reputatie. Mensen kijken je raar aan als je veel drinkt. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verslavingsgevoeligheid
Naast de biologische factoren zijn er ook psychologische karaktertrekken die ons vatbaar maken voor extreme afhankelijkheid. Ze zullen uiteindelijk aanleiding geven tot een verslavingsgevoelige persoonlijkheid.


 Wat belangrijk is, zijn de psychologische patronen die tot verslaving leiden.

Slide 18 - Diapositive

Je kan aan vele dingen verslaafd zijn, niet alleen aan chemische stoffen. Want er bestaan ook verslavingen aan gokken, seks, nieuw technologieën. Bijna elke situatie of voorwerp kan tot een verslaving leiden. Maar het voorwerp is uiteindelijk niet de kern.
Wat bepaalt hoe verslavingsgevoelig je bent?
Er zijn verschillende factoren die bepalen hoe verslavingsgevoelig je bent en hoe makkelijk je ergens verslaafd aan kunt raken.

  • Hoe verslavend het middel of de activiteit is
  • Hoe gevoelig je hersenen zijn voor beloning, onder andere door dopamine
  • Hoe goed je je impulsen kunt beheersen; zo is bekend dat mensen meer verslavingsgevoelig zijn als ze ADHD hebben
  • Hoe goed je om kunt gaan met onaangename gevoelens
  • Hoe mensen in je naaste omgeving omgaan met verslavende middelen of activiteiten

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten behandelingen
  • Detoxificatie
  • Vervangingsbehandelingen
  • Cognitieve gedragstherapie
  • Community Reinforcement Approach
  • Zelfhulpgroepen
  • Twaalf stappen Minnesotamodel
  • E-health

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleepvraag


Zoek op de volgende dia de uitleg bij de soort behandeling

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontgift het lichaam van iemand die verslaafd is van giftige stoffen.
Vervanging van verslavende stoffen met andere stoffen.
Het leren herkennen van automatische negatieve gedachten en deze omzetten in positieve of objectieve gedachten
Het aanleren van een nieuwe levensstijl met positieve bekrachtigers waarbij de behoefte aan de verslaving wegvalt.
Cliënten leren van elkaars ervaringen en moedigen elkaar aan om clean te blijven.
Met het doorlopen van de stappen leert de cliënt een nieuw denkpatroon en een nieuwe leefstijl aan.
Je kunt anoniem afkicken met een behandeling op internet.
twaalf stappen Minnesotamodel
Community reinforcement approach
Vervangingsbehandelingen
Cognitieve gedragstherapie
Detoxificatie
E-health
Zelfhulpgroepen

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Begeleiding bij behandeling
  • Verminderen van prikkels
  • Belonen
  • Motiverende gespreksvoering
  • Omgang met acute toestanden
  • Bieden van dag structuur.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verminderen van prikkels

De cliënt moet zo min mogelijk in aanraking komen met prikkels, waardoor hij zou kunnen terugvallen in zijn verslaving. Dit betekent voor een alcoholist die ambulante begeleiding krijgt, dat hij het beste alle drank uit zijn huis kan verwijderen. In opnameklinieken gelden strikte regels, de aanwezigheid van alcohol en drugs er is verboden.
Belonen

Je kunt een cliënt belonen bij langdurige onthouding. Bedenk samen met de cliënt welke soort beloningen voor hem zouden werken. De beloning moet wel binnen jouw werkzaamheden passen. Een voorbeeld van een beloning is een langere wandeling buiten de kliniek. Bij terugval kun je deze privileges terugnemen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Motiverende gespreksvoering

 Je stelt open vragen en herhaalt de uitspraken van je cliënt in andere woorden. Hiermee laat je de cliënt nadenken over zijn eigen gedachten. 

Als begeleider voer je veel gesprekken met de cliënt. Dus is het belangrijk dat je je bewust bent van de basistechnieken van motiverende gespreksvoering. 
Je kunt de cliënt dan elke keer weer het juiste duwtje in de rug geven.
Omgang met acute toestanden

Agressie, epileptische aanvallen en psychoses. .
Een cliënt kan bij het afkicken epileptische aanvallen krijgen. Als dit zich voordoet, breng hem dan zo snel mogelijk naar de EHBO. De arts onderzoekt of de aanval echt is of dat de cliënt deed alsof om een kalmerende injectie te krijgen. 

Drugsverslaafden kunnen psychosen krijgen door de drugs of omdat zij lijden aan schizofrenie. Als iemand in een psychose zit, kan hij verward praten, waanideeën hebben en hallucineren. Schakel direct een arts in als je dit waarneemt.

Slide 25 - Diapositive

Bieden van dag structuur
Doordat de verslaving lange tijd het leven van de cliënt beheerste, weet de afgekickte cliënt vaak niet hoe hij zijn dag moet invullen. Een nieuwe dagstructuur met plezierige en afleidende activiteiten is dan belangrijk in de begeleiding. Door verschillende activiteiten uit te proberen, leert de cliënt wat hij wel en niet leuk vindt. Zo kan hij nadenken over het invullen van z’n eigen toekomst.
Verslaving en DSM V
Verslaving wordt vastgesteld aan de hand van 11 criteria van de zogenaamde DSM-V.  De DSM-V is een wereldwijd gebruikt boek waarin alle psychiatrische aandoeningen beschreven staan. De DSM spreekt niet van alcoholisme of verslaving maar van “stoornissen in het gebruik van middelen” (substance abuse disorders). 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van deze les

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions