Activiteiten les 6

• Activiteiten
• MBO
• Studiejaar 1

Kleine groepsactiviteit organiseren, methodisch

1. Vraag je af wat de aanleiding voor de activiteit is.
2. Kies een groepsactiviteit die aansluit bij het niveau en de interesses van de zorgvragers. 
3. Stel het doel vast en kies een werkwijze die bij de groep past.
   
4. Bepaal welke middelen en materialen je nodig hebt en wat een goed moment is om de activiteit uit te voeren. Stel de zorgvragers tijdig op de hoogte van de activiteit, ivm persoonlijke planning.
5. Voer de activiteit uit.
   
6. Evalueer de activiteit: is het gewenste doel bereikt?

Grote groepsactiviteit organiseren, methodisch

1. Beoordeel welke activiteiten geschikt zijn voor deze groep en voor welke gelegenheid de activiteit bedoeld is. Controleer of er budget is.
2. Inventariseer de voorwaarden om tot de groepsactiviteit te komen.
3. Bepaal wie wat doet en coördineer de taken. Maak er eventueel een draaiboek voor.
4. Laat de taken uitvoeren. Stuur diegenen aan die moeite hebben met het vervullen van hun taak.
5. Voer de groepsactiviteit uit.
6. Evalueer de activiteit: is het gewenste doel bereikt?

Wat is het verschil tussen grote activiteiten en kleine activiteiten organiseren?

Je gaat breien in het buurthuis.
Geef een voorbeeld per W:
Wie, Wat, Waar, Wanneer,
Welke manier, Waarom

Welke vragen kan je stellen bij evalueren?

Pictogrammen