Quiz Criminaliteit

Toets Quiz Criminaliteit
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Toets Quiz Criminaliteit

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bepaal of de situatie op de foto een overtreding is of een misdrijf
Is de situatie op de foto een overtreding of een misdrijf?
Overtreding
Misdrijf

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de waarde met de juiste norm
Koppel de waarde aan de juiste norm 
Veiligheid
Orde
Respect
Niet praten tijdens de uitleg
U zeggen tegen oudere mensen 
Stoppen voor een rood stoplicht

Slide 3 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij de buren is er vorige week ingebroken, daardoor
slapen ze nu heel slecht.
Bij de buren is er vorige week ingebroken, daardoor slapen ze nu heel slecht. 
A
Materieel gevolg
B
Immaterieel gevolg

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doordat er in het winkelcentrum steeds vaker wordt ingebroken, heeft de groenteboer camera's voor zijn bedrijf opgehangen.
Doordat er in het winkelcentrum steeds vaker wordt ingebroken, heeft de groenteboer camera's voor zijn bedrijf opgehangen. 
A
Materieel gevolg
B
Immaterieel gevolg

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Situatie: Pim heeft heel veel moeite om zich te beheersen en wordt snel agressief. Vorige week heeft hij een winkeloverval gepleegd. 

Slide 6 - Diapositive

In de volgende slide komt er een vraag over deze situatie. 



Welke risicofactor komt in de situatie
met Pim het meest naar voren?
Welke risicofactor komt in de situatie met Pim het meest naar voren?
A
Psychische problemen of gedragsproblemen
B
Een onveilige opvoeding
C
Problematisch drank- of drugsgebruik
D
Foute vrienden of groepsdruk

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Koppel de situatie aan de juiste beschermende factor 
Baan/goed onderwijs
Relatie/hecht gezin
Sociale vaardigheden
Pedro heeft goed contact met zijn ouders en vindt het belangrijk dat hij geen slechte dingen doet die de relatie met zijn ouders verslechtert. 
Maaike kan tijdens een ruzie goed rustig blijven en uitleggen wat haar mening is. Op die manier loopt zo'n ruzie dan niet verder uit de hand. 
Thom volgt de opleiding tot kok op het ROC en hij gaat elke dag met plezier naar school. Daardoor heeft Thom ook een duidelijk ritme doordeweeks. 

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verbind de situatie aan de term delinquent en/of recidivist 
Delinquent
Recidivist
Toen Pedro 15 jaar oud was heeft hij een winkeloverval gepleegd, nu is hij 40 en zit hij in de drugshandel. 
Toen Maaike 19 jaar was, heeft ze één keer een oogschaduwpalet gestolen bij de drogisterij. 
Tim heeft op zijn 18de meerdere keren onder invloed achter het stuur gezeten, nu op z'n 60ste doet hij het nog wel eens.

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rechercheur ondervraagt
een verdachte over een misdrijf. Bij welke taak hoort dit?
Een rechercheur ondervraagt een verdachte over een misdrijf. Bij welke taak hoort dit?
A
Handhaven van openbare orde
B
Hulpverlening
C
Preventie
D
Opsporen van strafbare feiten

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij een voetbalwedstrijd begeleid
de politie de supporters. Om welke taak gaat het?
Bij een voetbalwedstrijd begeleidt
de politie de supporters. Om welke taak gaat het?
A
Handhaven van openbare orde
B
Hulpverlening
C
Preventie
D
Opsporen van strafbare feiten

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke taak helpt een boa de politie?
Bij welke taak helpt een boa de politie?
A
Handhaven van openbare orde
B
Hulpverlening
C
Preventie
D
Opsporen van strafbare feiten

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke elementen horen bij de taken en welke bij de bevoegdheden van de politie?
TAKEN
BEVOEGD-HEDEN
Hulpverlening
Verdachte staande houden
Proces-verbaal opstellen
Handhaven openbare orde
Bekeuring geven

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij wie hoort welke taak?
Politie
Boa
OjV
Controleren of mensen hebben betaald voor parkeren
Hulp verlenen bij een ongeluk
Opsporen van strafbare feiten
Leidinggeven aan een opsporingsonderzoek

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan heeft door rood gereden. Hij krijg een boete van €250,-. Bij welke mogelijkheden hoort dit?
Jan heeft door rood gereden. Hij krijg een boete van €250,-. Bij welke sanctie hoort dit?
A
Seponeren
B
Transactie
C
Strafbeschikking
D
Vervolgen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Er is te weinig bewijs om de verdacht voor de rechter te brengen? Wat doet de officier van Justitie dan met de zaak?
Er is te weinig bewijs om de verdachte voor de rechter te brengen. Wat doet de officier van Justitie dan met de zaak?
A
Seponeren
B
Transactie
C
Strafbeschikking
D
Vervolgen

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verdachte moet voor de rechter komen. Die bepaalt welke straf de verdachte krijgt. Wat heeft de officieer van justitie gedaan met de zaak?
De verdachte moet voor de rechter komen.  Wat heeft de officier van justitie gedaan met de zaak?
A
Seponeren
B
Transactie
C
Strafbeschikking
D
Vervolgen

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke misdrijf hoort bij welk wetboek?

Opiumwet

Wegen-
verkeerswet
Wet van wapens 
en munitie

Wetboek van strafrecht

XTC verkopen aan je beste vriend
Dronken terugrijden naar huis
Een zakje snoep stelen
Een flesje pepperspray meenemen

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Omdat er te veelt tijd tussen de daad en de straf zit, wordt de dader niet langer vervolgd. Over welk uitgangspunt gaat dit?
Omdat er te veel tijd tussen de daad en de straf zit, wordt de dader niet langer vervolgd. Over welk uitgangspunt gaat dit?
A
Maximumstraf
B
Verjaring
C
Ernst van delict
D
Omstandigheden

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het paard van Rhodé is per ongeluk op hol geslagen. Hierdoor is iemand gewond geraakt. Maar Rhodé is hier nu voor schuldig en niet het paard. Bij welk uitgangspunt hoort dit?
Het paard van Rhodé is per ongeluk op hol geslagen. Hierdoor is iemand gewond geraakt. Maar Rhodé is hier nu voor schuldig en niet het paard. Bij welk uitgangspunt hoort dit? 
A
Ernst van delict
B
Omstandigheden
C
Menselijk gedrag
D
Achtergronden

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk uitgangspunt hoort bij welk voorbeeld?
Jeugd-strafrecht
Onschuld-presumptie
Omstandig-
heden
Noah heeft geweld gebruikt voor zijn eigen veiligheid. 
Melanie krijgt 1 jaar jeugddetentie voor haar misdrijf omdat zij 14 jaar is.
Pieter is nog onschuldig totdat zijn schuld wordt bewezen

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk aspect van jeugdstrafrecht hoort bij een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis?
Welk aspect van jeugdstrafrecht hoort bij een jongere met een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis?
A
Pij-maatregel
B
HALT
C
Geen strafrechtelijke vervolging
D
Leerstraf

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandelt ingewikkeldere en zwaardere misdrijven
Behandelt alle misdrijven waarvoor max 12 maanden straf geëist kan worden
Behandelt overtredingen
Kantonrechter
Politierechter
Meervoudige kamer

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Opening
Aanklacht
Verhoor
Verklaring
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord 
Vonnis

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De rechter
Opening
Aanklacht
Verhoor/Onderzoek
Verklaring
Requisitoir
Pleidooi
Laatste woord 
Vonnis
De OvJ 
De rechter, OvJ en de advocaat 
Getuigen en slachtoffers
De OvJ
De advocaat 
De verdachte
De rechter

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekrecht
Rechten van slachtoffers
Rechten van verdachten
Recht op schadevergoeding
Recht te weten
Recht op slachtofferhulp
Advocaat
Zwijgrecht
Recht op informatie

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions




Waar horen de rechten van een verdachte bij?
Waar horen de rechten van een verdachte bij?
A
De rechtbank
B
Uitgangspunten van het strafrechtproces
C
De rechten van het slachtoffer
D
De advocaat

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




Als de verdachte niet wordt veroordeeld, omdat hij bijvoorbeeld zichzelf verdedigde. Welke uitspraak hoort hierbij?
Als de verdachte niet wordt veroordeeld, omdat hij bijvoorbeeld zichzelf verdedigde tijdens het delict. Welke uitspraak hoort hierbij?
A
Vrijspraak
B
Ontslaan van alle rechtsvervolging
C
Verdachte straffen

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In vrije tijd onbetaald werk doen
Duurt maximaal 1 jaar
Deze straf kan levenslang worden gegeven

Hechtenis

Taakstraf
Geldboete
Gevangenisstraf
Maximaal €870.000 betalen

Slide 29 - Question de remorquage

Leerlingen zelf laten inschatten welk kenmerk bij welke straf hoort. 



Het rijbewijs van Noah wordt afgenomen door de rechter omdat hij op de scooter reed met te veel alcohol op. Welke soort sanctie hoort hierbij?
Het rijbewijs van Noah wordt afgenomen door de rechter omdat hij op de scooter reed met te veel alcohol op. Welke soort sanctie hoort hierbij?
A
Hoofdstraf
B
Maatregel
C
Bijkomende straffen

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




Met welk doel wordt de schuld van de dader aan de maatschappij hersteld?
Met welk doel van straffen wordt de schuld van de dader aan de maatschappij hersteld?
A
Vergelding
B
Preventie
C
Genoegdoening
D
Resocialisatie

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




Met welk doel wordt de sanctie van een tbs-maatregel opgelegd bij een maatregel?
Met welk doel wordt de sanctie van een tbs-maatregel opgelegd bij een maatregel?
A
Voorkomen van eigenrichting
B
Preventie
C
Genoegdoening
D
Resocialisatie

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Ilse is het niet eens met de uitspraak van de rechter, daarom gaat ze in hoger beroep. Bij welke rechterlijke instantie komt ze dan?
Ilse is het niet eens met de uitspraak van de rechter, daarom gaat ze in hoger beroep. Bij welke rechterlijke instantie komt ze dan?
A
Rechtbank
B
Gerechtshof
C
Hoge Raad

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions