- Maak groepjes (van 4).
- Iedereen krijgt een blad met een andere stelling.
- Je krijgt 5 minuten om de stelling in stilte te lezen en een pro- of contra argument te noteren.
- Na 5 minuten wordt het stellingenblad doorgeschoven binnen je eigen groepje (met de klok mee).
- Je krijgt dan opnieuw een (andere) stelling te lezen met een argument van je medeleerling.
- Nu formuleer je zelf een pro- of contra – reactie op de stelling (of op de voorgaande reactie van de klasgenoot).
- Opnieuw worden de bladen doorgeschoven en dit totdat iedereen zijn/haar oorspronkelijke stelling opnieuw in het bezit heeft.
- KIES NU PER GROEP DE 4 STERKSTE ARGUMENTEN PER STELLING
14 stellingen voor 14 leerlingen:
Huiswerk moet afgeschaft worden
Maak ongezond eten duurder
Leerlingen moeten een schooluniform dragen
Spreek leraren met de voornaam aan
Voer stemrecht in vanaf zestien jaar
De grote vakantie moet worden ingekort
Pesten moet strafbaar worden gesteld
Roddelbladen moeten verboden worden
Gewelddadige games moeten verboden worden
Bejaarde ouders zouden zoveel mogelijk bij hun kinderen in huis moeten gaan wonen
Het ’photoshoppen’ van modellen en beroemdheden moet verboden worden
Het huwelijk is een achterhaalde traditie
Kinderen moeten zelf hun vaste bedtijd kiezen
Het winteruur moet worden afgeschaft
Voor de leerlingen die hier nood aan hebben, een schrijfkader:
Stelling:
Vraag 1: Over welk probleem gaat de stelling? Waarom is dat niet erg of waarom lost de stelling dit probleem niet op?
Antwoord:
Argument:
Vraag 2: Wat zijn de voor- en/of nadelen?
Antwoord:
Argument:
Vraag 3: Wie zijn er bij de stelling betrokken? Is de verandering die komt door de stelling goed voor die mensen?
Antwoord:
Argument: