Thema 4 bs.3| Voortplantingsorgaan vrouw

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Bs. 3 Voortplantingsorgaan vrouw

Wat weet je al over
voortplanting bij vrouwen?

Leerdoelen

• Je kunt de namen en functies van de vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen benoemen.
• Je kunt uitleggen wat er tijdens de eisprong (ovulatie) gebeurt.

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik

Voortplantingsstelsel van de vrouw.

De voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Vanaf de pubertijd

- eenmaal in de vier weken

Ovulatie = eisprong

Vanaf de pubertijd tot de overgang 

- Eenmaal in de vier weken

Bevruchting

= Het versmelten van de kern van een zaadcel met die van een eicel

Innesteling

- Versmelten van eicel en zaadcel

- Delen van de eicel (zie hiernaast)

-  Vastzetten in baarmoederslijmvlies 

    heet innesteling

Uitwendige voortplantingsorganen vrouw

Opdracht 

Wat:  Leer de onderdelen en functies van het vrouwelijke voortplantingsstelsel. Maak het opdrachten stencil

Wie: 5 min Zelfstandig, 5 min mag in tweetallen

Tijd: 10. min opdrachtstencil maken

Hulp:  BVJ thema 4 basisstof 3 

Eerder klaar? 

 Lees bs.3 door en maak de opdrachten 

Voortplantingsstelsel vrouw

• Vagina: hierin komt het sperma tijdens de geslachtsgemeenschap.
• Kleine schaamlippen: produceren slijm d.m.v. klieren (nat worden)
• Grote schaamlippen: bescherming
• Clitoris: zorgt voor seksuele prikkeling (orgasme). Er komen hier veel zenuwen samen
• Maagdenvlies: weefsel met opening aan het begin van de vagina

• Eierstokken: hier ontwikkelen de eicellen zich (1 per 4 weken)
• Eileiders: vervoeren de eicellen naar de baarmoeder. De bevruchting vindt hier plaats!!
• Baarmoeder: spieren die met slijmvlies bedekt worden. Hier vindt de innesteling plaats en de ontwikkeling van de embryo.

Voortplantingsstelsel van de vrouw. De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik

Voortplantingsstelsel van de vrouw.

De meeste voortplantingsorganen liggen in de onderbuik. 

Leerdoelen

• Je kunt de namen en functies van de vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen benoemen.
• Je kunt uitleggen wat er tijdens de eisprong (ovulatie) gebeurt.

Aan de slag

Maak de opdrachten van bs. 4