C22_PGO_les 2_Normen, waarden en inlevingsvermogen

• Burgerschap
• LOB
• MBO
• Studiejaar 1

Praktijkgerichte omgangskunde

Normen, waarden en inlevingsvermogen

Onderwerpen deze les

• waarden en normen bepalen je gedrag;
• waar komen jouw waarden en normen vandaan?;
• Inlevingsvermogen en empathie
• veranderende waarden en normen.

Wat zijn waarden denk jij?

Waarden

Een waarde is iets dat belangrijk is, iets van ‘waarde’. Iets dat je wenselijk vindt, iets wat je na wilt streven. Een waarde is meestal één enkel woord, bijvoorbeeld: eerlijkheid, hulpvaardigheid, vriendelijkheid enz.

Waarden kun je omschrijven als de idealen of overtuigingen van een groep mensen. Zaken die belangrijk worden gevonden en het nastreven waardig zijn. Vanuit waarden ontstaan gedragsregels (normen). Vandaar dat deze twee woorden zo vaak samen worden gebruikt.

Welke 3 waarden zijn voor jou het belangrijkste denk je?

Test!

Op de volgende slide vind je een link naar een website. 

Via de test op de website kom je erachter welke waarden jij het belangrijkste vindt. 

Schrijf de uitkomst van jouw test op bij de opdracht.

www.opstapnaar.be

Bij deze site kan de leerling testen welke waarden voor hun belangrijk zijn.

Misschien is het nodig om enkele waarden toe te lichten.

Uiteindelijk blijven voor hun de 5 belangrijkste waarden over.
Laat studenten de website opzoeken wanneer link niet werkt.

Normen

Om waarden na te kunnen leven, dan horen daar ongeschreven gedragsregels bij. Dat noemen we dan de norm, bijvoorbeeld: 

Norm bij beleefdheid-> oudere mensen met U aanspreken.

Norm bij respect-> iemand uit laten praten

Er kunnen meerdere normen (gedragsregels) worden toegeschreven aan een bepaalde waarde.  

Voorbeeld beleefdheid -> 

1 . Als iemand je helpt met iets, bedank je die persoon. 

2. Als er oudere mensen in de trein instappen sta je voor diegene op. Enzovoort

Opdracht: 

• Maak groepjes van 3 of 4 personen
• Bekijk met elkaar welke 5 waarden er uit jullie test kwamen 
• Schrijf al deze waarden op
• Schrijf met elkaar achter elke waarden minimaal 1 norm op

Referentiekader

Iedereen heeft persoonlijke waarden en normen. Deze komen tot stand door je verleden, wat je allemaal hebt meegemaakt, de gewoontes die je (onbewust)overnam, de plaats waarin je opgroeide, je (levens)ervaringen, je opleiding, je cultuur, je karakter, je religie, … alles draagt bij tot je referentiekader. 

Referentiekader

Iedereen kijkt door zijn eigen bril. 

Om goed met mensen om te kunnen gaan heb je dus inlevingsvermogen nodig.

Inlevingsvermogen

Inlevingsvermogen = Empathie

Je kan je verplaatsen in iemands gedachten, gevoelens en belevingswereld

Wat is inlevingsvermogen/empathie?

In hoeverre vind jij jezelf empathisch?

Ik kan me erg goed inleven in andere.

Ik kan me soms inleven in andere.

Ik leef me niet vaak in in andere.

Ik leef me nooit in in andere.

Leeropbrengsten

Als afsluiter van de les: Vraag de studenten om in steekwoorden op te schrijven wat ze van deze les hebben geleerd. Vraag zo nodig door op antwoorden.