DISK thema 4 taak 1 deel 2

• NT2
• ISK

DISK thema 4 

taak 1 deel 2

Wat gaan we doen?

- woorden herhalen

- nieuwe woorden leren

- samen praten

- schrijfopdracht

Doelen

- Aan het einde van de les heb je vijf nieuwe Nederlandse woorden geleerd.

- Aan het einde van de les heb je een tekst geschreven over eten in je geboorteland.

Woorden herhalen

We gaan de woorden van deze week oefenen

let op, er zijn roze en groene woorden

Ik ga af en toe sporten.

Af en toe =

1. vaak
2. nooit
3. altijd
4. soms

Steve Jobs heeft de iPhone bedacht.
Bedenken =

1. iets geven
2. iets vergeten
3. iets nieuws verzinnen
4. iets maken

Op school moeten ... kinderen meedoen met sport

1. alle
2. iedereen
3. beetje
4. niks

Ik laat vanavond een pizza naar mijn huis komen

Ik ..... vanavond pizza

Ik eet een beetje snoep.

een beetje =

1. Heel veel
2. Niet zo veel

Flink betekent groot of veel.

betekenen =

1. een woord verzinnen
2. een woord uitleggen
3. een vraag stellen
4. een zin schrijven

De rode deur is smal.
De groene deur is....

Er is maar 1 kind
Hij is een ... kind

1. enig
2. saai
3. alleen
4. eentje

vies - viezer - ...

lekker - ..... - lekkerst

mooi - mooier - ...

Nieuwe woorden voor vandaag

Schrijf de woorden in je schrift

Gezond

Niet ziek

Goed voor je lichaam

Fruit en groente is gezond.

Het glas

Het raam is van glas gemaakt.

Het kopje is van glas gemaakt.

gratis

Het kost geen geld.

Op school krijg je gratis fruit.

hard

snel

Mijn broer kan heel hard lopen.

de jam

fruit met suiker wat je op brood kunt doen.

In de pauze eet ik een broodje met jam.

het gewicht

Hoe zwaar iets of iemand is.

Ik heb een gezond gewicht.

de hap

het eten dat je in een keer in je mond doet.

Ik neem een hap van mijn boterham.

de keer

elk moment dat iets gebeurt.

Als je drie keer te laat bent moet je nablijven.

de keuze

iets waar je tussen moet kiezen

Ik heb de keuze: wil ik patat of pizza eten?

de koek

Ik heb een lekkere koek mee naar school.

In de vorige les

Schema's

Samen praten

Bespreek samen:

- Wat zijn de verschillen tussen de schema's?

- Welk eten eet je wel in Nederland en niet in je geboorteland?

- Eet je in Nederland op andere tijden ontbijt, lunch en avondeten?

Let op verleden tijd ->

Let op verleden tijd!

In Nederland eet ik elke dag kaas.

In Spanje at ik elke dag vlees.

	nu	vroeger
ik	eet	at
jij/hij/zij	eet	at
wij	eten	aten

Samen praten

Wie weet een verschil tussen het eten in Nederland en zijn/haar geboorteland?

Schrijf over eten in je geboorteland

Gebruik de vragen.

• Welk eten is typisch voor je geboorteland? Hoe heet het?
  
• Eet je het koud of warm?
  
• Is het zoet of zout?
  
• Eet je het als ontbijt, lunch, avondeten of tussendoor?
  
• Vind je het lekker?

Speciaal, alleen in jouw land.

Schrijf dit in je schrijfschrift

Groep roze

Groep groen

A1 Niveau

Titel: Eten uit mijn geboorteland

In mijn land eten we vaak samosa. Dit is een kleine driehoek met groenten en kruiden erin. We eten het warm. Het is zout. We eten samosa tussendoor. Ik vind het heel lekker!

A2 Niveau

Titel: Typisch eten uit mijn geboorteland

In mijn geboorteland is samosa een populair gerecht. Het zijn driehoekige snacks gevuld met aardappel, kruiden en soms vlees. We eten samosa warm en het smaakt zout en een beetje pittig. Mensen eten het vaak als tussendoortje, bijvoorbeeld ’s middags of tijdens feestdagen. Ik vind het heel lekker omdat het vol smaak is en knapperig!

In jouw schrift

Opdracht

Schrijf de opdracht in je schrijfschrift.

Je mag geen translate gebruiken. Als je een woord wilt vertalen mag je bij mij komen.

Zorg dat alles in de tekst staat.

Klaar? Schrift bij mij inleveren. Pak je woordenlijst. Vertaal de woorden van vandaag en schrijf een Nederlandse zin met het woord.