Les 1 § 4.5 (1HVD)
1 / 49
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Bij globalisering raken gebieden op aarde steeds......met elkaar verbonden.
A
meer
B
minder
Slide 4 - Quiz
Supermarkten liggen vol met producten .....
A
uit Nederland
B
uit het buitenland
Slide 5 - Quiz
Veel producten die in Nederland worden verkocht zijn gemaakt in......
A
in Nederland
B
in het buitenland
Slide 6 - Quiz
Sinds 1975 zijn er steeds meer multinationals. Dit zijn bedrijven....
A
met vestigingen in heel Nederland
B
met vestigingen in meerdere landen
Slide 7 - Quiz
Landen in het Europese Unie hebben ......
A
vrij grensverkeer
B
geen vrij grensverkeer
Slide 8 - Quiz
Open grenzen....
A
stimuleren de handel tussen landen
B
belemmeren de handel tussen landen
Slide 9 - Quiz
De laatste jaren is de relatieve afstand tussen gebieden op aarde.....
A
steeds groter geworden
B
steeds kleiner geworden
Slide 10 - Quiz
Transport is de laatste jaren steeds.....
A
duurder en langzamer geworden
B
goedkoper en langzamer geworden
C
duurder en sneller geworden
D
goedkoper en sneller geworden
Slide 11 - Quiz
Vroeger voerden vooral de ......grondstoffen uit, omdat zij er verder niets mee konden.
A
centrumlanden
B
landen in de periferie
Slide 12 - Quiz
Vroeger werden de grondstoffen verwerkt tot halffabricaat of eindproduct door de.....
A
centrumlanden
B
landen in de periferie
Slide 13 - Quiz
Zijn de fabrieken waar laagwaardige industrieproducten werden geproduceerd in de centrumlanden gebleven?
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quiz
De landen waar veel industrieën zich vestigen.....
A
worden armer
B
worden rijker
Slide 15 - Quiz
Deze landen noemen we ook wel....
A
de koplopers
B
de volgers
C
de achterblijvers
Slide 16 - Quiz
Zijn er gebieden die niet profiteren van de globalisering?
A
ja
B
nee
Slide 17 - Quiz
De rol van Europa in de productie van industriegoederen is de laatste jaren.....
A
kleiner geworden
B
groter geworden
Slide 18 - Quiz
De rol van Azië in de productie van industriegoederen is de laatste jaren.....
A
kleiner geworden
B
groter geworden
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Nederland is qua oppervlakte.....
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld
Slide 38 - Quiz
Nederland is qua landbouwproductie.....
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld
Slide 39 - Quiz
Nederland is qua internationale handel
A
klein in de wereld
B
groot in de wereld
Slide 40 - Quiz
Bedrijven die in Nederland gevestigd zijn noemen we multinationals. Goed of fout?
A
goed
B
fout
Slide 41 - Quiz
In Nederland werken de meeste mensen in de....
A
landbouw
B
industrie
C
diensten
Slide 42 - Quiz
In Nederland is de welvaart en het welzijn....
A
hoog
B
laag
Slide 43 - Quiz
In Nederland is de regionale en sociale ongelijkheid...
A
groot
B
klein
Slide 44 - Quiz
De Nederlandse handelsbalans is....
A
positief
B
negatief
Slide 45 - Quiz
Nederland is .... lagelonenland.
A
wel een
B
geen
Slide 46 - Quiz
Als er bij het maken van een product veel mensen nodig zijn, dan noemen we dat......
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief
