Hoofdstuk 5 - Diëten en voedingspatronen

Hoofdstuk 5
Diëten en voedingspatronen

1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 150 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
Diëten en voedingspatronen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.1 Inleiding
In de zorg krijg je te maken met mensen die een dieet volgen.
Dieet = een voedingspatroon dat afwijkt van normale voeding.
Kan verschillende redenen hebben:
  • afvallen, gezondheid (diabetes, eetstoornissen, kanker, coeliakie/voedselallergieën/intoleranties)

Diëtiste = de persoon die mensen hierbij begeleid.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.2 Doelstellingen
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je meer over:
verschillende diëten;
voedselallergie en voedselintolerantie;
eetstoornissen;
obesitas;
advies geven over een gezond eetpatroon.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.4 Soorten diëten
Bij een dieet wijkt de voeding af van de normale voeding. Een dieet is een voorgeschreven voedingswijzer.
Er zijn verschillende soorten diëten:
1. Voedingsstofbeperkte diëten
2. Voedingsstofvrije diëten
3. Voedingsstof verrijkte diëten


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Voedingsstofbeperkt dieet
Een voedingsstofbeperkt dieet betekent dat er minder van een bepaalde voedingsstof in het eten zit.
Voorbeelden:
  • Natriumbeperkt dieet (zoutarm, bij hoge bloeddruk/hart- of nier problemen)
  • Lactosebeperkt dieet (lactose-intolerantie, beperking van melkproducten)
  • Energiebeperkt dieet (minder calorieën, afvallen)


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Voedingsstofvrij dieet
Bij een voedingsstofvrij dieet komen bepaalde voedingsstoffen helemaal niet voor.
Voorbeelden:
  • Koemelkvrij dieet (Baby's met koemelkallergie)
  • Allergeenvrij dieet (Voedingsmiddelen zonder
  • voedingstoffen met allergenen, zoals gluten, pinda's, noten, ei, melk)


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3. Voedingsstof verrijkte diëten
Voedingsstof verrijkte diëten bevatten meer van een bepaalde voedingstof dan normaal het geval is.
Voorbeeld:
Energie- en eiwit verrijkt dieet 
(meer calorieën en eiwitten dan normaal)

Voor wie? 
  • ondergewicht/willen aankomen, langdurig ziek/operatie.


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eiwitten
Waarom belangrijke voedingsstof bij herstel?

  • Eiwitten zorgen voor de opbouw van lichaamscellen, spieren, organen en zorgen ervoor dat wonden genezen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag

Maak opdracht 5.01 (blz 101) t/m 5.07 (blz 106) + begrippen blz 120 t/m voedselintolerantie.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

5.5 Voedselallergie
Bij een voedselallergie reageert je afweersysteem op één of meerdere eiwitten in het voedingsmiddel. 
Deze eiwitten worden ook wel allergenen genoemd.


Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5.08 EpiPen (blz 108)

Slide 12 - Diapositive

5.08 Beschrijf de stappen die je neemt om de EpiPen te gebruiken.
5.5 Voedselintolerantie
Bij een voedselintolerantie speelt het afweersysteem geen rol. Het lichaam reageert op bepaalde bestanddelen van het voedingsmiddel.
Deze worden niet verteerd of opgenomen door het lichaam

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.6 Eetstoornissen
Als eten je leven gaat beheersen en je nergens anders meer aan denkt, en als je je daarmee niet gelukkig voelt, dan kan er sprake van een eetstoornis zijn.




Slide 14 - Diapositive

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2023/10/05/sociale-media-eetstoornis/

5.10 Wat heeft ervoor gezorgd dat Yana een eetstoornis ontwikkelde?

5.6 Anorexia            


Anorexia is een 
eetstoornis waarbij 
iemand extreem 
weinig eet uit angst 
om aan te komen. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risicofactoren anorexia
Biologische risicofactoren:
  • Kans is groter als er in de familie eetstoornissen voorkomen
Psychische risicofactoren:
  • Perfectionisme en prestatiegerichtheid, weinig zelfvertrouwen, negatief zelfbeeld
Omgevingsfactoren
  • invloed social media, Negatieve ervaringen (mishandeling, misbruik, verwaarlozing)

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.6 Boulimia
Mensen met boulimia wisselen niet-eten af met oncontroleerbare eetbuien, gevolgd door braken of overmatig gebruik van bijvoorbeeld laxeermiddelen.


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

5.7 Obesitas
Obesitas wordt ook wel zwaarlijvigheid genoemd. 
Het houdt in dat je ernstig overgewicht hebt.

BMI is hoger dan 30.
De BMI is een verhoudingsgetal dat een indicatie geeft of je lichaam te zwaar is.


BMI

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht 5.18 overgewicht (blz 117)

Slide 19 - Diapositive

Wat is de reden waarom dit meisje overgewicht heeft?
5.8 Advies geven*
  • Kies voedingsmiddelen die weinig vet bevatten.
  • Kies voedzame producten.
  • Gebruik zo min mogelijk toegevoegde suikers.
  • Let op de juiste kooktechniek.
  • Schep kleine hoeveelheden op.
  • Sla geen maaltijden over.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
Maakt opdracht 
5.08 blz 107 t/m 5.22 (overige begrippen) blz 121.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions