H5 NN 1-KGT Lezen Het doel van een tekst

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Je leer over het doel van een tekst. 

Slide 2 - Diapositive

Een doel
Een doel betekent 'wat je wil bereiken'. 

Slide 3 - Diapositive

Het doel van een tekst
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken.
De schrijver wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen of hij wil dat de lezer iets doet (bijv. iets kopen).
De tekst die de schrijver schrijft, heeft dus een DOEL.

Slide 4 - Diapositive

Tekstdoelen
Er bestaan verschillende tekstdoelen.
Deze worden op de volgende pagina's toegelicht met voorbeelden van tekstsoorten.

Slide 5 - Diapositive

Tekstdoel 1
Doel: De schrijver wil informatie geven.
Tekstsoorten: krantenbericht, verslag van een sportwedstrijd.

Slide 6 - Diapositive

Tekstdoel 2
Doel: De schrijver wil de lezer iets leren of uitleggen.
Tekstsoorten: studieboek, recept van een gerecht, gebruikersaanwijzing (handleiding).

Slide 7 - Diapositive

Tekstdoel 3
Doel: De schrijver wil de lezer iets laten doen.
Tekstsoorten: reclametekst, uitnodiging, advertentie

Slide 8 - Diapositive

Tekstdoel 4
Doel: De schrijver wil  zijn mening geven.
Tekstsoorten: bespreking van een app of film bijvoorbeeld een filmrecensie van een bezoeker na een bezoekje aan de bioscoop.

Slide 9 - Diapositive

Tekstdoel 5
Doel: De schrijver wil zijn lezer  amuseren.
amuseren is een ander woord voor vermaken/plezier hebben.
Tekstsoorten: verhaal, leesboek, stripboek

Slide 10 - Diapositive

Tekstdoelen: het doel van de schrijver
Als je weet met wat voor soort tekst je te maken hebt, begrijp je sneller wat de schrijver wil. 

Slide 11 - Diapositive

Wat is een tekstdoel?
Noem voorbeelden van tekstdoelen.

Slide 12 - Question ouverte

Tekstdoel: informeren
Wat voor een tekstsoort zou dit tekstdoel kunnen hebben?

Slide 13 - Question ouverte

Een van de tekstdoelen is 'amuseren'. Noem nog eens een ander tekstdoel.

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 17 - Question ouverte

Tekstdoel?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het tekstdoel?

Slide 19 - Question ouverte


Tekstdoel?

Slide 20 - Question ouverte

Maken in het lesboek
Blz. 116-121
Maak eerst de startopdracht.
Maak daarna opdracht 1-2-3-4.
Snel klaar? Maak dan ook opdracht 5.

Slide 21 - Diapositive

Leren voor de toets
- Je weet de verschillende tekstdoelen uit het hoofd.
- Je weet bij elk tekstdoel een tekstsoort te noemen. 
- Je kan het doel van een tekst herkennen.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive