Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn jouw ervaringen met het geven van een presentatie? Wat liep (niet) goed?
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
c In de situaties die hier beschreven worden, loopt er telkens iets mis. Welke tips van Casper hadden dit kunnen voorkomen? – Je kende je tekst door en door, maar een bepaald stuk uit je presentatie verliep minder vlot.
A
2
B
1
C
3
D
6
Slide 9 - Quiz
– Je was nerveus en wandelde de hele tijd met je armen over elkaar van links naar rechts.
A
9
B
5
C
4
D
10
Slide 10 - Quiz
– Na de presentatie vertelden luisteraars dat je een ongeïnteresseerde en vermoeide indruk maakte.
A
7
B
5
C
8
D
12
Slide 11 - Quiz
– Je plukte je tekst van het internet en las die tweemaal. Tijdens het presenteren raakte je de draad kwijt.
A
1
B
6
C
9
D
11
Slide 12 - Quiz
– Je was zenuwachtig en begon holderdebolder aan je presentatie. Je struikelde al meteen over je woorden.
A
6
B
2
C
3
D
10
Slide 13 - Quiz
– Tijdens het spreken had je last van een droge keel.
A
7
B
6
C
4
D
13
Slide 14 - Quiz
– Na de presentatie vertelden enkele luisteraars dat ze je niet begrepen hadden.
A
2
B
6
C
13
D
11
Slide 15 - Quiz
Welke tip zou jij zelf aan Casper geven?
Slide 16 - Question ouverte
Met welke woorden worden spreekbeurten meestal ingeleid?
Slide 17 - Question ouverte
Heb jij al eens een presentatie op een originele manier gestart? Hoe?
Slide 18 - Question ouverte
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Kies: brailleschrift of peniciline?
In groepjes van vier kies je één van bovenstaande teksten.
Verzin individueel een originele opener voor deze tekst.
Vergelijk de openers.
Stel je 'beste opener' voor aan je klasgenoten.
Slide 23 - Diapositive
Denk terug aan de presentaties die je beluisterd of gebracht hebt.Met welke woorden worden die meestal afgerond?
Slide 24 - Question ouverte
c Sloot jij al eens een presentatie op een originele manier af? Hoe?
Slide 25 - Question ouverte
Slide 26 - Diapositive
Brailleschrift of peniciline?
Je groepje werkt nog steeds met dezelfde tekst als daarnet.
Verzin individueel bij die tekst een originele afsluiter.
Vergelijk de afsluiters.
Stel je 'beste afsluiter' voor aan je klasgenoten.