Les 28 H3- Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Welkom M1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom M1

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • Huiswerk bespreken/ nakijken
  • Klassikaal oefenen met lidwoorden en zelfstandig naamwoorden (opdracht 4)
  • Uitleg H3- Taalverzorging Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
  • Aan de slag!
  • Huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Wat was het huiswerk?
H3- Taalverzorging op blz.82


Afmaken: opdracht 1, 2 en 3





Nakijken en nabespreken.
timer
5:00

Slide 3 - Diapositive

Open je boek
Ga naar blz. 82 opdracht 4

Lees eerst de tekst even door
timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

START



- je weet dat de persoonsvorm een werkwoord is

- je weet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat als iets nu gebeurt of later



taalverzorging
spelling

Slide 5 - Diapositive

Persoonvorm?????
Hoe kan je een persoonsvorm herkennen?

Wat voor soort woord is het?


Slide 6 - Diapositive

pv in de tegenwoordige tijd
De persoonsvorm is een werkwoord in een zin.

De persoonsvorm staat in de 
tegenwoordige tijd als iets nu gebeurt 

Slide 7 - Diapositive

Taalverzorging H3- PV in tegenwoordige tijd
Uitleg Hoe spel ik de persoonvorm van slapen?

Tegenwoordige tijd
  • Ik-vorm (stam): ik slaapslaap je
  • Enkelvoud: jij slaapt , hij slaapt, slaapt hij (maar: slaap jij)
  • Meervoud (hele ww): wij slapen, jullie slapen, zij slapen



Tip
Lees ook het ww-schema op blz. 238 in je boek

Slide 8 - Diapositive

pv in de tegenwoordige tijd
Doet iets of iemand anders iets? 
Bijvoorbeeld een ding of een naam? 

Schrijf dan hetzelfde als bij hij

Bijvoorbeeld: hij valt, de steen valt, Pleun valt.

Slide 9 - Diapositive

Noteer de persoonsvorm.

Rachel herkent de melodie van dat muziekstuk.

Slide 10 - Question ouverte

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

In de garage staat oude rommel.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 11 - Quiz

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

Ellen en een jongen (lopen) de lift van de winkel in.

Slide 12 - Question ouverte

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

Fuad bakt vaak zelf een pizza.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 13 - Quiz

Aan de slag!
H3-Taalverzorging 
Maken: opdracht 1 en 2

Hoe?
Je werkt in stilte en je zet microfoon uit.
Vragen mag.


Klaar? Begin dan alvast met opdracht 3 en 5
timer
3:00

Slide 14 - Diapositive

Noteer de persoonsvorm.
Kim en Sep klimmen met een ladder in hun boomhut.

Slide 15 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm.

De jongens klagen over de opstelling.

Slide 16 - Question ouverte

Noteer de persoonsvorm.

De hond spartelt in het koude water.

Slide 17 - Question ouverte

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

Thijs en Lucas fietsen samen naar school.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 18 - Quiz

Staat de persoonsvorm in enkelvoud of meervoud?

Wij gaan dit weekend eten bij de buren.
A
enkelvoud
B
meervoud

Slide 19 - Quiz

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

De lift (staan) ineens met een schok stil.

Slide 20 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

Gelukkig (hebben) Ellen haar mobieltje bij zich.

Slide 21 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

Ze (blijven) rustig op hulp wachten.

Slide 22 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

De jongen (lezen) zenuwachtig de voorschriften aan de wand.

Slide 23 - Question ouverte

Vul de persoonsvorm tegenwoordige tijd in.

Na een half uur (bevrijden) de brandweer hen.

Slide 24 - Question ouverte

START



- je weet dat de persoonsvorm een werkwoord is

- je weet de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat als iets nu gebeurt of later



taalverzorging
spelling

Slide 25 - Diapositive

Huiswerk

H3 - Taalverzorging op blz.85
Afmaken: opdracht 1,2 en 3

Opsturen naar mmolhoek01@lentiz.nl

Je kan het werkwoordschema op blz. 238 ook bekijken
Ik zal ook nog een link naar een filmpje met uitleg plaatsen in SOM 

Slide 26 - Diapositive