donderdag 21 januari 2e lesuur herhaling h3 taalverzorging en uitleg pvtt

1C - online les 10:15 - 11:00 
Nodig: Lessonup  + H3 taalverzorging blz. 82/84/86

Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

1C - online les 10:15 - 11:00 
Nodig: Lessonup  + H3 taalverzorging blz. 82/84/86

Camera aan - microfoon uit - actieve deelname 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag 
1. Opening ~2 min 
2. Raadsel ~5 min
3. Herhaling H3 taalverzorging tot nu toe ~5 min
4. Stukje uitleg pvtt ~5 min
5. Aan de slag ~rest van de les 


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel
1. Je kunt het werkwoordelijk gezegde vinden in een zin. 
2. Je weet wanneer je het meervoud met -en schrijft, met 's of met -s.  
3. Je kent de spellingsregels voor de pvtt. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Herhaling
Zinsontleding
1. Gelukkig telt deze toets niet mee voor het eindrapport. 
2. De marktkooplui stalden hun koopwaar uit. 

Slide 4 - Diapositive

1. Gelukkig | telt | deze toets | niet | mee | voor het eindrapport. 
pv = telt
ow = deze toets
wg = telt mee 
2. De marktkooplui | stalden | hun koopwaar | uit. 
pv = stalden 
ow = de marktkooplui
wg = stalden uit

Herhaling
Meervoud
1. Eenhoorns OF eenhoorn's?
2. tantes OF tante's? 
3. EKs OF EK's OF EKen? 

Slide 5 - Diapositive

1. Eenhoorns. De -s eraan vast. 
2. tantes --> ziet er gek uit, maar onthoud: alleen als het woord eindigt op -a, -u, -o, -i, -y dan krijg je een apostrof 's 
Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pv in de tegenwoordige tijd
De persoonsvorm is een werkwoord in een zin.

De persoonsvorm staat in de 
tegenwoordige tijd als iets nu gebeurt of later.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pv in de tegenwoordige tijd
1. Wie of wat doet iets?
Is het enkelvoud (ik, jij, hij, zij) of meervoud (wij, zij, jullie)?
2. Bij enkelvoud schrijf je:
– bij ik: de ik-vorm: ik val, ik fiets
– bij jij, hij, zij: ik-vorm + t: jij valt, jij fietst
3. Bij meervoud schrijf je:
– het hele werkwoord: jullie vallen, wij fietsen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pv in de tegenwoordige tijd
LET OP: 
Staat jij achter de pv? = ik-vorm!!

Vind jij dit ook zo spannend? 
Loop jij vandaag met mij mee naar de winkel?
Ga jij spaghetti eten? 
Bekijk ook het filmpje via Studiewijzerplus! 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

NU: 
Verder werken! Dus:
- H3 taalverzorging werkwoordelijk gezegde (zorg dat je dit minimaal af hebt deze les) 
- H3 taalverzorging meervoud 
- H3 taalverzorging pvtt (maken via Studiewijzerplus) 

SUCCES!! 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Planner gezien?

Kies een nieuw leesboek uit! Lezen = leuk :) 

Tot morgen! 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions