BLOK 4 OVER TAAL

OVER TAAL
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

OVER TAAL

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen

Slide 2 - Diapositive

wat doe jij als je een woord niet kent?
Hoe kun je achter de betekenis komen?

Slide 3 - Carte mentale

stappenplan moeilijke woorden
Vaak is opzoeken in een woordenboek niet nodig. 
Je kan de betekenis achterhalen door de 4 stappen van het stappenplan te gebruiken. 

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan 

Slide 5 - Diapositive

voorbeeld:
'Wil je in je nieuwe kamer behang met of zonder motief?
in het woordenboek zie je twee betekenissen. 



Deze zin gaat over behang. Je begrijpt dat je betekenis 2 moet hebben. 


Slide 6 - Diapositive

Opdracht 
Kies het juiste betekenis  van het woord in de zin. Kijk goed naar de betekenis van het woord. Als je woorden niet kent gebruik je het STAPPENPLAN MOEILIJKE WOORDEN  (BLZ 187) 

Slide 7 - Diapositive

Ik heb een goed ARGUMENT om te laat te komen
A
goed plan
B
goed idee
C
goede reden
D
goede manier

Slide 8 - Quiz

Mijn zus en haar vriendinnen fietsen AFZONDERLIJK naar school, ik ga gelukkig samen met mijn vrienden.
A
op een andere tijd
B
elk apart
C
alleen
D
gezamenlijk

Slide 9 - Quiz

Jos moet tegen de pijn de volgende DOSIS paracetamol innemen: 1000 milligram per keer.
A
hoeveelheid
B
tabletje
C
doosje
D
aantal

Slide 10 - Quiz

Ik eet geregeld vis in plaats van vlees.
A
vaak
B
meestal
C
bijna nooit
D
regelmatig

Slide 11 - Quiz

Hij is het niet eens met de ……. 'muziek maakt mensen blij', zijn mening is dat het meer te maken heeft met de soort muziek.
A
stelling
B
reden
C
oorzaak
D
uitspraak

Slide 12 - Quiz

Mijn familie slaapt nog maar ik ben ....... aan het joggen
A
praktisch
B
reeds
C
geregeld
D
garantie

Slide 13 - Quiz

(huiswerk)opdracht
Maak opdracht 4.11 in de online methode 
of 
in je schrift opdracht 27 en 28 blz 184-187

Slide 14 - Diapositive

welke betekenis ken je van het woord "brommen"

Slide 15 - Carte mentale

Zoek "brommen" op in het woordenboek. Welke betekenissen vind je?

Slide 16 - Question ouverte

Onze buurman heeft de belastingdienst opgelicht. Hij is betrapt en moet nu brommen.
Wat betekent brommen in deze zin?
A
zacht zoemend geluid maken.
B
in de gevangenis zitten
C
mopperen op iemand
D
op een bromfiets rijden

Slide 17 - Quiz

(huiswerk)opdracht
Maak opdracht 4.12 opdracht 29 en 30 in de online methode 
of 
in je schrift opdracht 29 en 30  blz 188-189

Slide 18 - Diapositive

Laatste SO van dit jaar 
Dinsdag 20 juni 
6e lesuur 
leren Over taal blok 3 en 4 
(gebruik je leerblad) 

Slide 19 - Diapositive

Figuurlijk taalgebruik

Slide 20 - Diapositive

uitdrukkingen opzoeken in het woordenboek. 
Kijk altijd bij het belangrijkse woord in het woordenboek. 

'Er zit een addertje onder het gras.'


Slide 21 - Diapositive

Opdracht
Je krijgt zo een aantal uitdrukkingen te zien. 
Bij welk woord zoek je deze op in het woordenboek? 

DUS: Niet de betekenis van de uitdrukking opschrijven maar het woord dat je opzoekt om de betekenis te vinden in het woordenboek. 

Slide 22 - Diapositive

Joop kijkt door een roze bril.

Slide 23 - Question ouverte

Miriam straalt helemaal.

Slide 24 - Question ouverte

Bodhi loopt met zijn hoofd in de wolken.

Slide 25 - Question ouverte

Olaf gaat op zijn strepen staan.

Slide 26 - Question ouverte

Sabrina heeft haar diploma met de hakken over de sloot gehaald.

Slide 27 - Question ouverte

(huiswerk)Opdracht
Maak de online opdrachten 29 t/m 32 B van 4.12 

of 

in je schrift opdracht 29 t/m 31 blz 188-190

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Hoe kom ik bij de methode Online?

antoonschellenscollege.nl --> Magister (inloggen) --> leermiddelen --> Opniveau totaallicentie 1 KGT--> BLOK 4 --> grammatica

Lukt het niet? stuur me een bericht via Teams! 
(tot 15.00 uur bereikbaar) 

Slide 30 - Diapositive