Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ik zit klaar voor de les:
Mijn spullen liggen op tafel (boek, pen, papier, laptop en rekenmachine).
Mijn telefoon en oortjes zitten in mijn tas.
Mijn jas hangt aan de kapstok.
Mijn pet of capuchon is af.
Slide 2 - Diapositive
Rekenen met procenten
Slide 3 - Diapositive
Lesdoel:
Ik weet op welke 5 manieren er procenten sommen zijn bij economie.
Ik weet wanneer ik welke manier moet gebruiken en kan de sommen maken.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Dus:
Eerst terug naar 1%
Dat doe je door te delen door 100
en dan vermenigvuldig je naar het % dat je wilt weten
Slide 6 - Diapositive
De ww-uitkering is de eerste 2 maanden 75% van het laatst verdiende inkomen. Kees verdiende € 1.768 per maand. Hij wordt werkloos. Hoe hoog is zijn ww-uitkering de eerste maand?
Slide 7 - Question ouverte
De rijksuitgaven voor 2015 waren € 259,6 miljard. 15% van hiervan werd uitgegeven aan onderwijs en cultuur. Hoeveel is dat?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Vidéo
Slide 10 - Diapositive
De rijksinkomsten zijn € 241 miljard. De directe belastingopbrengsten zijn € 124 miljard. Hoeveel % is dat van de rijksinkomsten?
Slide 11 - Question ouverte
De inkomsten van het Rijk zijn € 247 miljard. De aardgasbaten zijn € 9 miljard. Hoeveel procent is dat van de inkomsten van het Rijk?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
In 2021 waren er 561.000 werklozen. In 2022 zijn dat er 536.000. Bereken met hoeveel procent de werkloosheid is afgenomen
Slide 15 - Question ouverte
Ella verdiende in maart bruto € 2.540. In april krijgt zij een loonsverhoging. Zij verdient dan € 2.690. Bereken met hoeveel procent haar inkomen is gestegen.
Slide 16 - Question ouverte
Slide 17 - Vidéo
Een tv kost bij de Mediamarkt € 595. Dezelfde tv kost bij Coolblue € 631. Hoeveel procent is Coolblue duurder dan de Mediamarkt?
Slide 18 - Question ouverte
Een liter benzine kost. bij BP € 2,32, bij Shell kost een liter benzine € 2,39. Hoeveel % is Shell duurder dan BP?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Vidéo
Dus:
Eerst terug naar 1%
Dat doe je door te delen door x %
en dan vermenigvuldig je met 100
Slide 21 - Diapositive
Er zijn 338.000 werklozen. Dat is 15% van de beroepsbevolking. Hoe groot is de totale beroepsbevolking?
Slide 22 - Question ouverte
De uitgaven van het Rijk aan zorg zijn € 259,6 miljard. Dat is 73%. Hoeveel zijn de totale uitgaven van het Rijk?