Thema 3, week 3 Toets

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

TAALTOETS

WARMING-UP

Opgave 1

Themawoorden en uitdrukkingen

Welk woord hoort erbij?

1. de rondvaart
2. de reisleider
3. de parasol
4. de vlucht

Welk uitdrukking hoort erbij?
Mijn feest is mislukt.

1. in de maling nemen
2. het te bont maken
3. in het water vallen
4. het niet pikken

Wat betekent de uitdrukking?

Het te bont maken.

1. te ver gaan
2. helemaal misgaan
3. niet laten gebeuren
4. er is geen andere manier

TAALTOETS

WARMING-UP

Opgave 2

Gebiedende wijs

Gebiedende wijs

Ga op de stoel staan!

1. Begint met een werkwoord

2. Staat in de ik-vorm

3. Geen wie-deel (onderwerp) in de zin

4. Er staat meestal een uitroepteken ! achter.

Welke zin staat in de gebiedende wijs?

1. Schrijf het antwoord op!
2. Kun je het antwoord opschrijven?
3. Je moet het antwoord opschrijven.

Welk werkwoord hoort er voor?

..... de deur dicht!

1. Doe
2. Doet
3. Deed
4. Doen

Welk werkwoord hoort ervoor?

..... nu spelen!

1. Komen
2. Kom
3. Komt
4. Kwam

Welk werkwoord hoort ervoor?

..... de deur dicht!

1. Doe
2. Doet
3. Deed
4. Doen

TAALTOETS

WARMING-UP

Opgave 2

Leestekens

1. .
2. ?
3. !

1. .
2. ?
3. !

1. .
2. ?
3. !

TAALTOETS

WARMING-UP

Opgave 2

Trap van vergelijking

Nu jullie

STOER

Ik ben stoer.

Mijn broer is .......

Mijn vader is het .......

stoer

Nu jij

DIK

Ik ben dik.

Mijn broer is .......

Mijn vader is het .......

dik

Wat is de juiste volgorde
bij deze trap van vergelijking?

1. groot - groter - grootst
2. groots - groot - groter
3. groter - grootst - groot
4. groot - groots - groter

Wat is een goede trap van vergelijking?

1. hoog, hoogst, hoger
2. hoog, hoger, hoogst
3. hoogst, hoger, hoog
4. hoger, hoog, hoost

aan het werk

 Thema 3 week 3
Toets