Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Even wat afspraken :)
Je telefoon doe je aan het begin van de les in de telefoontas (ik ga checken!)
Je gaat niet door de klas roepen, als je iets wilt vragen steek je je hand op.
Je zorgt dat je netjes je spullen bij je hebt (Meer dan 2x je hw of spullen vergeten= nablijven).
Je doet gezellig en goed mee met de les.
Gaat het 3 lessen achter elkaar goed? De vierde les doen we iets leuks!
Slide 2 - Diapositive
Koning en de rijke burgers
Paragraaf 3.1
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Aan het eind van de les weet je:
Hoe het bestuur van NL er voor 1848 uitzag en erna.
Je weet welke rol koning Willem II en Johan Thorbecke hierin speelden.
Slide 4 - Diapositive
Pak je laptop!
Dadelijk gaan jullie (in stilte) een tekst lezen over koning Willem I. Hiervoor krijg je ongeveer 10 minuten. Ben je eerder klaar? Schrijf minsten 10 steekwoorden op in je schrift die te maken hebben met Willem I.
Slide 5 - Diapositive
www.canonvannederland.nl
Slide 6 - Lien
Wie was Willem 1? Wat weten we over hem?
Slide 7 - Question ouverte
1813-1840:
Koning Willem I
Slide 8 - Diapositive
Een machtige koning
Nederland kreeg een nieuwe grondwet
koning had de meeste macht
koning koopman
kanalen en wegen aanleggen
eerste spoorlijn in NL (Haarlem en Amsterdam)
Nederlandse Handelsmaatschappij (handel met Indië)
Slide 9 - Diapositive
Welke woorden passen het beste bij Willem I. Meerdere antwoorden zijn juist. Sleep deze naar de foto van Willem I
republiek
Van oranje-Nassau
koninkrijk
handel
samenwerken
Amerika
Kiesrecht
Slide 10 - Question de remorquage
Slide 11 - Vidéo
Problemen met de Belgen
Protestanten Nederland
Taal Nederlands
Katholieken Belgie
Taal Frans en Vlaams (nederlands)
Slide 12 - Diapositive
In welk jaar wordt België onafhankelijk van Nederland?
A
1813
B
1831
C
1840
D
1848
Slide 13 - Quiz
Stelling I: De Belgen waren Protestants van geloof terwijl Nederlanders Katholiek waren.
Stelling II: De Belgen waren ontevreden omdat ze vonden dat De Koning het noorden voortrok.
A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist
Slide 14 - Quiz
Willem II
1840-1848
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
1848
Groep rijke burgers (liberalen)vonden dat koning te veel macht had.
1848 --> revoluties in Europa (ook NL)
Thorbecke krijgt de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven
geen macht koning, maar ministers
nieuwe wet moet goed gekeurd worden door volksvertegenwoordigers
Verkiezingen voor Tweede Kamer en provinciaal bestuur (eerste kamer)