formatieve toets paragraaf 6.1

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Toets Hoofdsstuk 6 

- lees de vraag rustig door

- geef altijd een antwoord! 

- check of je antwoord klopt bij de vraag

- je mag je rekenmachine gebruiken

-denk aan de tijd!!

-Je kunt 30 punten verdienen voor 

21 vragen 

                  

De Amerikaanse aandelenmarkt is een voorbeeld van ...

1. een concrete markt
2. een abstracte markt
3. zowel een concrete als een abstracte markt
4. geen van beide

De Kerstmarkt in Keulen is een voorbeeld van ...

1. een concrete markt
2. een abstracte markt
3. zowel een concrete als een abstracte markt
4. geen van beide

vraag

aanbod

QV

QA

vraaglijn

aanbodlijn

Aanbodlijn

Marktevenwicht

Vraaglijn van een basisproduct

Vraaglijn van een luxe product

Hoe bereken ik de evenwichtsprijs?

1. QA = QV balansmethode
2. QA = QV invullen
3. QA = QB aflezen in de grafiek
4. P invullen

Hoe bereken ik de evenwichtshoeveelheid?

1. QC = QV aflezen
2. QA = QV balansmethode
3. Balansmethode QA = QV en P invullen
4. Geen idee

Stel dat de prijs hoger is dan de evenwichtsprijs. Dan is de vraag naar het product _______ dan het aanbod.

De aanbieders van het product zullen dan bereid zijn het product voor een lagere prijs te verkopen. De prijs zal dan _______. De prijs zal op de evenwichtsprijs uitkomen.

kleiner

stijgen

dalen

groter

Qv = -10P + 200
Als de prijs daalt van 14 naar 12. Wat gebeurt er dan met de vraag?

1. gelijk gebleven
2. gestegen
3. gedaald

Qv = -10P + 200
Hoeveel is de vraag bij een prijs van 14.

1. 40
2. 50
3. 60
4. 70

Qa = 5P - 25
Qv = -10P + 200
Wat is de evenwichtsprijs?

1. P = 15
2. P = 20
3. P = 25
4. P = 30

Qv = -20P + 10.000
Met hoeveel procent neemt de vraag toe als de prijs daalt van 400 naar 350.

1. 25%
2. 60%
3. 40%
4. 50%

Qa = 2P - 30
I: vanaf 15 euro worden er geen producten meer aangeboden
II: Het getal -30 geeft het bedrag aan dat de aanbieder minimaal wil verdienen

1. Alleen I juist
2. Alleen II juist
3. Beiden juist
4. Beiden onjuist

Het aantal consumenten van Fanta Cassis neemt toe.

Wat gebeurt er met de vraaglijn van Fanta Cassis?

1. Die gaat naar rechts, want de vraag neemt af.
2. Die gaat naar rechts, want de vraag neemt toe.
3. Die gaat naar links, want de vraag neemt af.
4. Die gaat naar links, want de vraag neemt toe.

De voorkeur van de consument voor McDonald's neemt af: de consument is steeds meer geïnteresseerd in de Burger King.

Wat gebeurt er met de vraaglijn van McDonald's?

1. Die gaat naar links, want de vraag neemt toe.
2. Die gaat naar rechts, want de vraag neemt toe.
3. Die gaat naar links, want de vraag neemt af.
4. Die gaat naar rechts, want de vraag neemt af.

Op de markt van cola bevinden zich twee aanbieders: Coca-Cola en Pepsi Cola. De prijs van een blikje Coca-Cola neemt toe.

Wat gebeurt er met de vraaglijn van Pepsi-Cola?

1. Die gaat naar links, want de vraag neemt toe.
2. Die gaat naar rechts, want de vraag neemt af.
3. Die gaat naar links, want de vraag neemt af.
4. Die gaat naar rechts, want de vraag neemt toe.

Er komen steeds meer aanbieders van telefoons van het merk Samsung op de markt.

Wat gebeurt er met de aanbodlijn van Samsung-telefoons?

1. Die gaat naar links, want het aanbod neemt toe.
2. Die gaat naar links, want het aanbod neemt af.
3. Die gaat naar rechts, want het aanbod neemt toe.
4. Die gaat naar rechts, want het aanbod neemt af.

Qa = 5P - 25
Qv = -10P + 200
Stel de prijs is 20 euro.

1. Er is een aanbodoverschot van 75
2. Er is evenwicht
3. Er is een vraagoverschot van 75.

Het wordt steeds duurder om televisies te produceren.

Wat gebeurt er met de aanbodlijn van televisies?

1. Die gaat naar links, want het aanbod neemt toe.
2. Die gaat naar links, want het aanbod neemt af.
3. Die gaat naar rechts, want het aanbod neemt toe.
4. Die gaat naar rechts, want het aanbod neemt af.

Consumeren of investeren?

Mieke koopt een nieuw camerasysteem voor haar bedrijf.

1. Consumeren
2. Investeren
3. Beide
4. Geen van beide

Welke functie is de aanbodfunctie?

1. ... = -5P + 40
2. ... = 5P - 20

Sleep de juiste getallen naar de juiste prijs & hoeveelheid. 

Gegeven zijn de volgende vraag en aanbodfunctie. Sleep op basis van deze vraag en aanbodfuncties de evenwichtsprijs (P1) en evenwichtshoeveelheid (Q1). Let op: je hoeft slechts 2 antwoorden te geven. 

Qv1 = -3P+45         Qa1 = 2p-5

P1

Q1

10

8

15

20

16

3

2

50

45

einde toets