Dieren - Zaakvakcursus

Dieren


Stan Goertz
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurZaakvakcursus natuur & techniekHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Dieren


Stan Goertz

Slide 1 - Diapositive

Link voor whatsapp groep






https://chat.whatsapp.com/LrYVWCNnu6WBsOnV9PO2Rp

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan wij vandaag doen?
2.3.7/2.3.8/2.3.9 Rijk van de dieren
4.4 Gedrag
4.5 Vorm en functie
4.6 Adaptie
4.7 Aanpassingen aan biotische en abiotische factoren
4.8 Aanpassingen
5.4 Voortplanting dieren
6.3 Levenscyclus en metamorfose
6.4 Zorg voor eieren en jongen

Slide 4 - Diapositive

Hoe veel DIERsoorten zijn er (bekend)

Slide 5 - Question ouverte

Rijk van de dieren
  • Op basis van bouw lichaam
  1. Geen skelet = ongewervelde dieren
  2. Inwendig skelet = gewervelde dieren 

  • Symmetrie

Slide 6 - Diapositive

Ongewervelde
dieren

Slide 7 - Carte mentale

Ongewervelde dieren
  • Sponzen
  • Neteldieren of holtedieren
  • Wormen
  • Weekdieren
  • Geleedpotigen
  • Stekelhuidigen 

Slide 8 - Diapositive

Gewervelde
dieren

Slide 9 - Carte mentale

Gewervelde dieren
  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Vogels
  • Zoogdieren 

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

4.4 Gedrag
  • Gedragspatroon
  • Aangeboren/instinctief gedrag
  • Aangeleerd gedrag 

Slide 12 - Diapositive

Wat is instinctief gedrag bij de mens?

Slide 13 - Question ouverte

4.5 Vorm en functie
  • Aanpassingen in lichaamsbouw voor overleven 
  • Waarom ziet een organisme er uit zoals het eruit ziet?

Slide 14 - Diapositive

4.6 Adaptatie
  • Ontstaan van veranderingen in bouw of gedrag
  • Over generaties heen 
  • De survival of the fittest - natuurlijke selectie

Slide 15 - Diapositive

Biotische factoren
Invloeden van andere levende wezens
  • School vissen
  • Competitie (om bijv. een vrouwtje) - wie wint?
  • Aanpassingen om niet opgegeten te worden
  • Aanpassingen om te lokken

Slide 16 - Diapositive

4.7 Biotische en abiotische factoren
Abiotische factoren (niet-levende factoren)
  • Temperatuur (warm- en koudbloedig)
  • Licht
  • Water (kieuwen)
  • Seizoenswisseling
    (winterslaap, bladval, vogeltrek) 

Slide 17 - Diapositive

Een vis is aangepast aan het leven in het water door zijn vinnen, kieuwen en stroomlijn. De factoren die ervoor zorgen dat een vis in het water kan overleven zijn voorbeelden van:
A
Alleen biotische factoren
B
Alleen abiotische factoren
C
Biotische factoren en abiotische factoren
D
Geen van beiden

Slide 18 - Quiz

Samenlevingsvormen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welk begrip past bij deze voedselrelatie?
A
saprofyt
B
parasiet
C
mimicry
D
symbiose

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Met welk begrip kan je de relatie mens-hoofdluis beschrijven?
A
carnivore relatie
B
competitieve relatie
C
parasitaire relatie
D
symbiotische relatie

Slide 23 - Quiz

4.8 Aanpassingen
Koppel de juiste aanpassing aan het juiste plaatje

  • Voeding
  • Voortbeweging
  • Voortplanting
  • Bescherming 
  • Seizoenen
  • Omgeving

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Welk vogelsoort is dat?
A
Eend
B
Pinguïn
C
Torenvalk

Slide 26 - Quiz

5.4 Voortplanting dieren
Geslachtelijke voortplanting
  • Inwendige bevruchting
  • Uitwendige bevruchting
  • Paarseizoen/paringsdrang/balts
  • Eierleggend
  • Levendbarend
  • Nesteldrang
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 27 - Diapositive

6.4 Zorg voor eieren en jongen
  • Broedzorg of ouderzorg 




  • Nestvlieders?
  • Nestblijvers?

Slide 28 - Diapositive

Mensen zijn voornamelijk:
A
Nestvlieders
B
Nestblijvers

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Welk voedsel komt overeen met het natuurlijke voedsel van de kieviet?
A
melk
B
levende wormen
C
voorverteerde insecten

Slide 31 - Quiz

6.3 Levenscyclus en metamorfose





Volledige metamorfose                            Onvolledige metamorfose

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Bij welke twee van deze organismen is sprake van volledige metamorfose?
A
Bij beiden
B
Alleen bij padden
C
Alleen bij sprinkhanen
D
Bij geen van beiden

Slide 34 - Quiz

Zelfstudie
2.1 Organisatieniveau cel
2.4 Organisatieniveau ecosystemen
3.6 Instandhouding ecosystemen

Herhaling van menselijk lichaam

Slide 35 - Diapositive

Hoe goed begrijp je de stof van vandaag?
0100

Slide 36 - Sondage