7.1 Soorten

7.1 Soorten
Leerdoelen:
  • Je kan voorbeelden noemen van abiotische en biotische factoren
  • Je kan voor een abiotische factor de tolerantiegrenzen, het optimum gebied en optimumwaarde van een organisme aflezen/uitwerken in een tolerantiecurve.
  • Je kan de wetenschappelijke naamgeving toepassen. 
  • Je kan het uitleggen wat een soort is en hoe soorten worden geordend. 

Lees eerst pagina 235 uit je leerboek!

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

7.1 Soorten
Leerdoelen:
  • Je kan voorbeelden noemen van abiotische en biotische factoren
  • Je kan voor een abiotische factor de tolerantiegrenzen, het optimum gebied en optimumwaarde van een organisme aflezen/uitwerken in een tolerantiecurve.
  • Je kan de wetenschappelijke naamgeving toepassen. 
  • Je kan het uitleggen wat een soort is en hoe soorten worden geordend. 

Lees eerst pagina 235 uit je leerboek!

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Lien

Tolerantie voor factoren
Soorten passen zich aan aan hun habitat, de leefomgeving van een soort met zijn specifieke biotische en abiotische factoren.

Organismen kennen een optimum voor elke factor in hun habitat.
Daarnaast kennen organismen ook minimum- en maximumwaardes waarbinnen ze kunnen leven, de tolerantiegrenzen

Slide 5 - Diapositive

Leg uit hoe dit een van de redenen kan zijn voor het verdwijnen van soorten door klimaatverandering?

Slide 6 - Question ouverte

Kunnen soorten 3 en 4 in hetzelfde gebied leven?

Slide 7 - Question ouverte

Wie heeft het grootste tolerantiegebied?

Slide 8 - Question ouverte

Wie heeft hoogste optimumtemperatuur?

Slide 9 - Question ouverte

Opdrachten maken
Maak opdracht 1 t/m 5 uit je leerboek (blz. 236)

Klaar? :
- Lees eerst pagina 236 en 237 uit je leerboek 
- Ga verder met de volgende slides

Slide 10 - Diapositive

Dieren die er hetzelfde uitzien zijn niet altijd van dezelfde soort, waarom niet?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Leg uit waarom de Bengaalse tijger en de Aziatische leeuw niet van dezelfde soort zijn, ondanks dat zij zich wel kunnen voortplanten.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Verschil domeinen
De domeinen  van de Bacteriën en Archaea zijn altijd prokaryoot (geen celkern) en eencellig

Tot het domein van de eukaryoten (met celkern) behoren de schimmels, planten en dieren. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

Slide 21 - Lien

Slide 22 - Diapositive

Behoren een hond en een wolf tot dezelfde soort? Leg uit.

Slide 23 - Question ouverte

Afronden 7.1
- Maak 7.1 opdr. 6 t/m 10 
- Controleer of je de leerdoelen beheerst
- Nog vragen? Noteer ze in de voor volgende opdracht --> 

Slide 24 - Diapositive

Hierover zou ik volgende les graag nog extra uitleg krijgen:

Slide 25 - Question ouverte