Breuken 11-4-2022 2

Startrekenen 1F
Domein 1 getallen
Breuken deel 2
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startrekenen 1F
Domein 1 getallen
Breuken deel 2

Slide 1 - Diapositive

Doel:


Aan het einde van deze les:
- Herken ik breuken,

- Kan ik breuken vereenvoudigen,


Slide 2 - Diapositive

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 3 - Quiz

Welke breuk is groter?
1/3 of 1/2
A
1/2
B
1/3
C
even groot

Slide 4 - Quiz

Welke breuk is dit rechthoek?
A
1/9
B
5/9
C
1/10
D
4/10

Slide 5 - Quiz

groter of kleiner

1/3 = groter / kleiner dan 1/4
A
groter
B
kleiner

Slide 6 - Quiz

De teller en de noemer

Bij breuken heb je een teller en een noemer.

De teller is het getal boven de streep.
De noemer is het getal onder de streep.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Wat is vereenvoudigen?
Maak de getallen van de breuk zo klein mogelijk

Slide 9 - Diapositive

- Kijk goed naar de teller en de noemer !
- Door welk getal kan je  zowel de telller als de noemer delen?

Hoe ?

Slide 10 - Diapositive

Vereenvoudigen van een breuk
42=
83=
93=
43=

Slide 11 - Diapositive

Breuken vereenvoudigen

Slide 12 - Diapositive

Vereenvoudig de volgende breuk:
42=
42=
42=

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Diapositive

Vereenvoudig de volgende breuk:
42=
42=
63=

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Vereenvoudig de volgende breuk:
42=
42=
86=

Slide 17 - Question ouverte

Slide 18 - Diapositive

Vereenvoudig de volgende breuk:
42=
42=
84=

Slide 19 - Question ouverte

: 2
:4

Slide 20 - Diapositive

Opdracht:


Zelfstandig aan het werk

Slide 21 - Diapositive

Deze les heb ik het volgende geleerd:

Slide 22 - Question ouverte

Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers

Slide 23 - Quiz

Wat moet je als eerste doen als je twee niet gelijknamige breuken op moet tellen?
A
Gelijknamig maken ( de ondersten gelijk)
B
Bovenste x bovenste Onderste x onderste
C
Bovenste + bovenste Onderste + onderste
D
Ik heb geen idee

Slide 24 - Quiz