Taalbegeleiding Les 2 - lange en korte klinkers

Taalbegeleiding
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Taalbegeleiding

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
Doelen:
Je kunt klinkers en medeklinkers herkennen.

Je weet het verschil tussen korte en lange klanken.

Slide 2 - Diapositive

Klinkers en medeklinkers
In het alfabet staan klinkers en medeklinkers. 

Een klinker kun je altijd gewoon uitspreken. 
Alle Nederlandse klinkers zijn: a, e, o, u en i. 

Een medeklinker heeft een andere letter nodig voor je hem kunt uitspreken: m wordt em, p wordt pee.


Slide 3 - Diapositive

Klinkers en medeklinkers
Sommige woorden bestaan alleen uit klinkers: 
ui, ei, aai.

Andere woorden bestaan uit klinkers en medeklinkers: 
buiten, meiden, graaien.

Slide 4 - Diapositive

Woorden met één klinker
Woorden met twee klinkers
Klaas
     nog
zuurtjes
   haar
    Pim
   twee
     bal
     heb
   geeft
    oom
      ik
      je

Slide 5 - Question de remorquage

Bekijk de woorden met één klinker: nog – Pim – bal – heb – ik – je.
Maak hiervan een zin

Slide 6 - Question ouverte

Bekijk de woorden met twee klinkers: Klaas – zuurtjes – haar – twee – geeft – oom.
Welke zin kun je met deze woorden maken?

Slide 7 - Question ouverte

Spreek de zinnen hardop uit
a. Pim, ik heb je bal nog.
b. Oom Klaas geeft haar twee zuurtjes.

Welk verschil hoor je als je let op de klinkers?

Slide 8 - Diapositive

Het woord 'bord' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 9 - Quiz

Het woord 'kleed' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 10 - Quiz

Het woord 'aanrecht' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 11 - Quiz

Het woord 'tafel' heeft een
A
lange klank
B
korte klank
C
korte en lange klank

Slide 12 - Quiz

Huiswerk
Maak drie kolommen in je schrift.

Kolom 1 - vijf woorden met een korte klank
Kolom 2 - vijf woorden met een lange klank
Kolom 3 - vijf woorden met een korte en lange klank

Slide 13 - Diapositive