Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
V2 Week 2 - Nwgez + bed/lijd
Vertelperspectief
1 / 18
suivant
Slide 1:
Carte mentale
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vertelperspectief
Slide 1 - Carte mentale
Vorige les
Fictie hoofdstuk 3
- Personages
- Vertelperspectief
Grammatica hoofdstuk 3
- Naamwoordelijk gezegde
Vragen?
Slide 2 - Diapositive
Doelen
1. Ik weet wat een naamwoordelijk gezegde (nwg) is.
2. Ik kan het nwg herkennen en uit een zin halen.
3. Ik weet het verschil tussen de bedrijvende en lijdende vorm.
Slide 3 - Diapositive
Koppelwerkwoord
Slide 4 - Carte mentale
Wat was een gezegde?
Alles wat je van iemand of iets kunt zeggen.
Iemand doet iets.
Iemand is iets.
Slide 5 - Diapositive
Hij is een bijzonder persoon.
A
Naamwoordelijk gezegde
B
Werkwoordelijk gezegde
Slide 6 - Quiz
Naamwoordelijk gezegde (nwg)
Bestaat uit twee delen:
Werkwoordelijk deel (persoonsvorm, koppelwerkwoord)
Naamwoordelijk deel (deel waaraan het onderwerp is gekoppeld)
Slide 7 - Diapositive
Werkwoordelijk deel
Naamwoordelijk deel
Pieter
is
vijftig
geworden
.
is geworden = werkwoordelijk deel van het nwg
Pieter = onderwerp
vijftig = naamwoordelijk deel van het nwg (=eigenschap)
Slide 8 - Diapositive
Tom is meester geworden.
Wat is het werkwoordelijk deel in deze zin?
A
Tom
B
is geworden
C
meester
D
is
Slide 9 - Quiz
Ik ben heel vrolijk geworden.
Wat is het naamwoordelijk deel in deze zin?
A
Ik
B
ben geworden
C
heel vrolijk
D
ben
Slide 10 - Quiz
Bedrijvende en lijdende vorm
1. Mijn huisgenoot maakt de keuken schoon.
2. De keuken wordt schoongemaakt door mijn huisgenoot.
Slide 11 - Diapositive
De man koopt een laptop.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm
Slide 12 - Quiz
Zet de zin in de lijdende vorm.
De man koopt de laptop.
Slide 13 - Question ouverte
Drie veranderingen
1. Het lijdend voorwerp wordt het onderwerp.
2. Het onderwerp wordt een bijwoordelijke bepaling die begint met door.
3. In het gezegde komt een vorm van het hulpwerkwoord worden te staan.
Slide 14 - Diapositive
Zet de zin in de bedrijvende vorm.
De zak chips wordt gegeten door Kees.
Slide 15 - Question ouverte
Zet de zin in de bedrijvende vorm.
Het boek is door de jongen gelezen.
Slide 16 - Question ouverte
Doelen
1. Ik weet wat een naamwoordelijk gezegde (nwg) is.
2. Ik kan het nwg herkennen en uit een zin halen.
3. Ik weet het verschil tussen de bedrijvende en lijdende vorm.
Slide 17 - Diapositive
Huiswerk
Maken
Grammatica H3:
Opdracht: 3 + 4 + 5
Kiezen nieuw boek...
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2324 naamwoordelijk gezegde
September 2019
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Grammatica les 20: naamwoordelijk gezegde/kww
November 2020
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
WWG en NWG
February 2021
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
4/3/2024 - V2C - Herhalingsles - Versie 2
March 2024
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica II
August 2022
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
19/2/2024 - V2C - Zinsontleding
February 2024
- Leçon avec
13 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica - naamwoordelijk gezegde
November 2021
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
naamwoordelijk gezegde
June 2022
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1