1: intraprofessioneel (binnen het verpleegkundig team) en interprofessioneel (samenwerking met andere disciplines zoals artsen, fysiotherapeuten, en maatschappelijk werkers).
2: Intraprofessioneel: samenwerking tussen verpleegkundigen om consistente en continuïteit van zorg te waarborgen.
3: Interprofessioneel: samenwerking tussen disciplines om verschillende expertisegebieden in te brengen voor een holistische benadering van zorg. 4: 4: Samenwerkingspartner
5: Competentie 1 De verpleegkundige werkt binnen een professionele
zorgrelatie samen met de zorgvrager en diens
naasten vanuit het principe van gezamenlijke
besluitvorming, waarbij de verpleegkundige
ondersteunt in passend zelfmanagement.
Competentie 2 De verpleegkundige werkt, met de zorgvrager
en diens naasten, samen met intra- en
interprofessionele partners, aan het ontwerp, de
uitvoering, en regie van zorg.
6: Kernbegrippen
Gezamenlijke
besluitvorming
Het systematisch samen beslissen door de zorgvrager
en de zorgverleners over de zorg die het beste bij de
zorgvrager past.
Professionele zorgrelatie Het aangaan en onderhouden van contact met de
zorgvrager, diens naasten en sociale netwerk, het
onderhouden van langdurige zorgrelaties en het
zorgvuldig afbouwen van de zorgrelatie daar waar
dit noodzakelijk is.
Intraprofessioneel
samenwerken
Het op een gelijkwaardige manier samenwerken
met andere leden van de verpleegkundige discipline,
binnen en buiten de eigen zorgorganisatie, met
betrekking tot het ontwerpen, uitvoeren en regisseren
van de zorg.
Interprofessioneel
samenwerken
Vanuit de eigen beroepsidentiteit en deskundigheid
op een gelijkwaardige manier samenwerken met
andere beroepsprofessionals, binnen en buiten de
eigen zorgorganisatie, met betrekking tot ontwerpen,
uitvoeren en regisseren van de zorg