Belastingrecht les 3 1.9 tot einde H1

• rechten
• MBO
• Studiejaar 2

Planning deze LU les

Hoofdstuk 1 afronden 

Leerdoelen deze week 

Je kunt

* de bronnen van belastingrecht benoemen

* de hoofdregel voor alle belastingberekeningen toepassen

* uitleggen of iemand inkomstenbelasting moet betalen

maar we kijken eerst nog even terug op de vorige les

• Daarin is besproken hoe we belastingen kunnen onderscheiden naar heffende instantie én of het een directe of indirecte belasting is.   
  
• Daarnaast is het verschil besproken tussen  een aanslag- en een aangiftebelasting en welke belastingbeginselen nu hoorden bij de verschillende belastingen

Herhaling 

we beginnen eerst met een aantal oefeningen over de al besproken stof in de vorige lessen

De inkomstenbelasting is een?

1. directe belasting
2. indirecte belasting

Hondenbelasting wordt geheven door?

1. Het Rijk
2. Provincie
3. Gemeente
4. Waterschappen

Loonbelasting is een voorbeeld van een aangiftebelasting

1. Juist
2. Onjuist

Door een bedrijf/werkgever betaald --> aangifte belasting m.u.v. m.u.v. vennootschapsbelasting dat is een aanslagbelasting

Door een particulier betaald aanslagbelasting m.u.v. vennootschapsbelasting dat is een aanalsag 

Accijns(belasting) is een voorbeeld van een aanslagbelasting

1. Juist
2. Onjuist

Welk beginsel is van toepassing op box 1 van de inkomstenbelasting met dit progressieve tarief?

1. Profijtbeginsel
2. Beginsel van de minste pijn
3. Draagkrachtbeginsel
4. Beginsel vd bevoorrechte verkrijging

Welk beginsel is op de wegenbelasting van toepassing?

1. Profijtbeginsel
2. Beginsel van de minste pijn
3. Draagkrachtbeginsel
4. Beginsel vd bevoorrechte verkrijging

§ 1.9 Bronnen van belastingrecht 

In welke bronnen kunnen we belastingrecht vinden?   

1. Nationale wet- en regelgeving

2. Beleidsregels en resoluties

3. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

4. Jurisprudentie

5. Verdragen

6. Europese regelgeving

1. Nationale wet- en regelgeving

Wet in formele zin

Wet in materiële zin

form. zin: Gezamenlijk besluit van de regering en de Staten-Generaal.
De Staten-Generaal, oftewel de Eerste Kamer en de Tweede Kamer samen.

materiële zin: Besluit van een daartoe bevoegd overheidsorgaan dat een onbepaald aantal en dus niet met naam genoemde groep personen betreft.

Wetten zijn algemeen verbindende voorschriften: regels, die dus voor iedereen gelden. 

Wet in formele zin: gemaakt door regering en Staten-Generaal

bijv. Grondwet, Wetboek van Strafrecht, Burgerlijk Wetboek. Wet IB 2001. Wet loonbelasting 1964. 

Wet in materiële zin: Tot burgers gerichte en bindende regels. Gemaakt  door andere wetgevers

bijv. APV van de gemeente Eindhoven

Een wet in formele zin kan ook een materiele wet zijn maar hoeft dat niet te zijn.

Wet IB: wet in formele én materiele zin

--> door regering en Staten-Generaal gemaakt
+
--> tot burgers gerichte en bindende regels

Een wet in formele zin kan ook een materiele wet zijn maar hoeft dat niet te zijn.

Wet waarin toestemming huwelijk prins Willem-Alexander is geregeld: wet in formele zin maar geen wet in materiele zin
--> door regering en Staten-Generaal gemaakt

+

--> niet tot burgers gerichte en bindende regels

 2. Beleidsregels

Een beleidsregel is een regel gemaakt door een bestuursorgaan. De regels zijn een soort richtlijnen van het bestuursorgaan ten behoeve van het scheppen van duidelijkheid naar de burger. Ze zijn niet opgenomen in een wet, maar er wordt slechts in een beperkt aantal gevallen van afgeweken

 3. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB)

Regels die ervoor zorgen dat bestuursorganen bij het nemen van besluiten zorgvuldig en eerlijk omgaan met burgers en bedrijven. 

Algemene beginselen van behoorlijk bestuur (ABBB) 

• Zorgvuldigheidsbeginsel
• Verbod van détourenement de pouvoir
• Evenredigheidsbeginsel
• Gelijkheidsbeginsel art 1 Grondwet
• Vertrouwensbeginsel
• Motiveringsbeginsel;
  Lees zelf door: blz. 24/ 25 . Maak opdracht 23

In welke bronnen kunnen we belastingrecht vinden?
Het zijn er zes en we hebben er drie besproken.
Noem er twee.

In welke bronnen kunnen we belastingrecht vinden?

1. Nationale wet- en regelgeving

2. Beleidsregels en resoluties

3. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur

4. Jurisprudentie

5. Verdragen

6. Europese regelgeving

 4 Jurisprudentie

De verzameling van alle rechterlijke uitspraken heet jurisprudentie. 

Jurisprudentie is een bron van het recht. 

 5 Verdragen 

Internationale verdragen ter voorkoming van dubbele belasting 

 Europese regelgeving

Voor sommige indirecte belastingen zijn er regels die overal in Europa gelden

Voorbeeld omzetbelasting, invoerrechten en accijnzen

Noem naast de nationale wet- en regelgeving en de verdragen nog minstens een bron van het belastingrecht

Ook nog: Legaliteitsbeginsel

 Legaliteitsbeginsel

• Elk handelen van de overheid moet een basis hebben in de wet.
  
  
• (De meeste) wetten mogen niet met terugwerkende kracht worden toegepast (vooral in strafrecht).

Het legaliteitsbeginsel zorgt voor...

1. Dat er rechtszekerheid is
2. Dat er geen illegale dingen worden gedaan.
3. Dat de macht eerlijk verdeeld is.
4. Dat rechters onafhankelijk zijn.

Wat is het legaliteitsbeginsel?

1. Naast rechten hebben we ook plichten.
2. Je kan niet twee keer worden vervolgd.
3. Iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.
4. De overheid kan ook strafbaar zijn.

Zelf aan de slag!

Lezen: §1.9

Maken: 23, 24, 25 en 

§1.10 Rekenen met belastingen

Hoofdregel

Alle bedragen worden afgerond op hele euro's in het voordeel van de belastingplichtige 

Rekenen met belastingen

Hoofdregel

Alle bedragen worden afgerond op hele euro's in het voordeel van de belastingplichtige 

§1.11 Toeslagen

Belastindienst
--> Innen van belastingen
--> Uitkeren van toeslagen

Toeslag:

Een bijdrage in de kosten voor mensen die deze niet goed zelf kunnen betalen omdat ze een laag inkomen hebben

• Zorgtoeslag: een bijdrage in de kosten van de zorgverzekering
  
  
• Huurtoeslag: een bijdrage in de huurkosten
  max. huurbedrag €808,06 (2023)
  
  
• Kindgebonden budget: een bijdrage in de kosten van de kinderen tot 18 jaar
  
  
• Kinderopvangtoeslag: een bijdrage in de kosten van kinderopvang.
  Wie? De ouder die ook de kinderbijslag ontvangt

www.belastingdienst.nl

Zelf aan de slag!

Lezen: §1.9, §1.10, §1.11 en §1.12

Maken: 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29

Zelf aan de slag

Totaal
Lezen 1.9 tot einde H1
Maken Opdrachten 23 tot en met 29