3.3 Zorgen

3.3 Zorgen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.3 Zorgen

Slide 1 - Diapositive

Welkom 

  • Wat weten we nog van de vorige les?  

Slide 2 - Diapositive

Waar wordt een infectieziekte door veroorzaakt?

Slide 3 - Question ouverte

Bs 3. Zorgen

Slide 4 - Diapositive

T3, BS 3 - Zorgen: Leerdoelen
  • Na deze les kan je in eigen woorden drie vormen van zorg omschrijven en voorbeelden noemen.
  • Je kunt uitleggen hoe je voor jezelf kunt zorgen bij veelvoorkomende gezondheidsklachten.
  • Je kunt beschrijven hoe je kleine wonden het best kunt verzorgen.


Slide 5 - Diapositive

 Vormen van zorg die je kunt toepassen
Zelfzorg: betekent, je zorgt voor jezelf. Bijvoorbeeld: je neemt een pijnstiller voor je hoofdpijn en gaat naar bed. Jezelf wassen, aankleden en eten hoort ook bij zelfzorg.

Een eenvoudig middeltje dat je zelf kunt klaarmaken, bv. thee met honing


Slide 6 - Diapositive

 Mantelzorg
 Betekent: zorgen voor elkaar. Je krijgt hulp van mensen in je omgeving: familie, vrienden of buren. Voorbeeld: je ouders zorgen soms voor jou, jij zorgt soms voor je zusje en je tante zorgt voor je moeder. Je zorgt voor de mensen om je heen.

Slide 7 - Diapositive

 Professionele zorg
 Bijvoorbeeld: een huisarts, tandarts, wijkverpleegkundige of apotheker. Mensen die professionele zorg geven worden hiervoor betaald en hebben hiervoor geleerd.betaald.

Slide 8 - Diapositive

Zelfzorg - mantelzorg - professionele zorg

Slide 9 - Diapositive

Zelfzorg
Voorbeelden van zelfzorg:
- huismiddeltje gebruiken: een eenvoudig middeltje dat je zelf kunt klaarmaken, bv. melk of thee met honing
- geneesmiddel gebruiken: medicijn dat je bij de drogist of apotheker kunt kopen
- Wonden schoonmaken
- Brandwond behandelen

Slide 10 - Diapositive

Wondverzorging
Om de kans op infecties en littekens te verkleinen, is het belangrijk om een wond te verzorgen. 
Bij een grote wond  moet je naar de huisarts. Kleine wondjes, zoals een sneetje of een schaafwond behandel je zelf. 
- Maak de wond schoon door te spoelen met water. 
- Dep de wond droog met schoon papier. 
- Ontsmet de wond (dit kan met jodium of alcohol)
- Bescherm daarna de wond met een verband of pleister.

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo

Opdrachten
Hoe? 
In stilte 
Met wie? 
Zelfstandig
Hulp?
Eerste 10 minuten zelfstandig, daarna loop ik rond 
Klaar?
Laat je werk controleren 
Wat?
Vanaf Blz. 140, opdr. 1 , 2
Blz 142, vraag 3 
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Carte mentale