Hoofdstuk 6 paragraaf 6.1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Startopdracht les

1. Zet je tas op de grond.

2. Pak je  boek + pen en rekenmachine.

3. De rest van tafel.

4. Wacht rustig tot dat we starten.

Economie 

Economie 

Wat gaan we doen?

1. Welkom woordje
2. Terugblik op de vorige lessen ( opdracht PO  h5 +  Toetsweektoets )
3.  Uitleg paragraaf 1 + maken opdrachten
   
4. Afsluiting

Lesdoelen

1. Ik weet wat in de werkwijzer periode 6 staat.
2. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
3. Ik weet wat ik geleerd heb van de toetsweek.
   
4. Ik weet wat er in paragraaf 1 behandeld wordt

Inloggen in Lessonup

        Lesson up                                                 Google Classroom

Terugblik 

De eerste les van deze week. Wat hebben we gedaan?

- vooruitblik opdracht h6

- toetsweek bespreking.

Wat weten we al van hoofdstuk 6?

De Overheid

Wat regelt de overheid?

Hoofdstuk 6

Paragraaf 1 doelen

• Je weet dat de overheid veel zaken regelt, zodat we met z’n allen in ons land kunnen samenleven.
  
• Je weet dat de werknemers van de overheid ambtenaren heten.
  
• Je kunt voorbeelden geven van zaken waarvoor je bij de gemeente moet zijn.
  
• Je weet wat de Rijksoverheid is en wat zij doet.
  
• Je weet dat de overheid zorgt voor de infrastructuur.
  
• Kader Je weet wat de gemeenteraad is en wat zij doet.
  
• Je hebt paragraaf 6.1 goed begrepen.

De overheid

Waarom regelt de overheid dingen voor ons?

Hulpvragen:

1. Wie geeft opdracht om de wegen in Nederland aan te leggen?
2. Waar heb jij je identiteitskaart of paspoort moeten ophalen?
   
3. Hoe zorgt de overheid voor de veiligheid van burgers in ons land?

De overheden

Het Rijk	Centrale overheid
De provincie	Lagere overheid
Waterschap	Lagere overheid
Gemeente	Lagere overheid

Lagere overheden

Taken van de overheid

De overheid :

• Het Rijk (rijksoverheid)

Zorgt voor het leger en wet- en regelgeving

• De gemeente

aanleg van sportvelden en het ophalen van afval

• De provincie

aanleg van snelwegen en milieubeheer

Het Rijk:

• Leger
• Wet- en regelgeving

De gemeente:

• Aanleg sportvelden
• Ophalen van afval

De provincie:

• Snelwegen
• Deel van het milieubeheer

DE OVERHEID

Gemeenten

Aantal Gemeenten: 388

Gemeente: 1 stad of meerdere steden/ dorpen

Verantwoordelijkheden Gemeente:

• Leefomgeving schoon, heel en veilig
  
• Zorgen voor voldoende woonruimte
  
•  gezondheidszorg, cultuur, sport en recreatie in de gemeente.
  

Een gemeente wordt bestuurd door een burgemeester en wethouders (B en W).

De gemeenteraad die door de inwoners van de gemeente wordt gekozen moet de plannen van B en W goedkeuren en controleren.

De Gemeente

Hoe gaat de besturing van de gemeente?

1. De burgemeester en wethouders besturen de gemeente.
2. De gemeenteraad moet hun plannen goedkeuren.
3. De gemeenteraad controleert of ze goed worden uitgevoerd

* De gemeenteraad wordt democratisch gekozen door de bevolking

De gemeente

De gemeente regels alles in jouw woonplaats. Zo ga je naar het gemeentehuis voor bijvoorbeeld:

• een paspoort
• een vergunning
• een certificaat

Wat is een taak van de provincie?

1. Planning van een woonwijk
2. Zuiveren van afvalwater
3. Leveren van goederen
4. Aansturen van ministers

Wat is GEEN taak van de gemeente?

1. Riolering
2. Recreatiegebieden
3. Sportparken
4. Ouderenzorg

Wat is een ander woord voor de Rijksoverheid?

1. de provincies
2. de gemeenten
3. de centrale overheid

Ambtenaren

Ambtenaren zijn werknemers die in dienst zijn van de overheid.

Een ambtenaar werkt bijvoorbeeld bij de politie, het leger of in het onderwijs.

Is Meneer Kester een ambtenaar?

1. ja
2. nee

Maakwerk

Wat ga je doen	aan de slag met pargraaf 6.1
Hoe ga je dit maken?	Alleen werken. Praten mag maar fluisterend Vragen? steek je vinger op!
Ben je klaar?	Wacht je rustig en mag je fluisterend praten
LET OP!	Het stoplicht.

Afsluiting

Lesdoelen

1. Ik weet wat in de werkwijzer periode 6 staat.
2. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
3. Ik weet wat ik geleerd heb van de toetsweek.
   
4. Ik weet wat er in paragraaf 1 behandeld wordt

Hoe goed ging het maken van de opdrachten

1. goed
2. voldoende
3. matig
4. slecht

Wat moet je voor volgende les meenemen en maken?

Geef aan hoe leuk je de les vond.

😒🙁😐🙂😃