Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
ordening oefenen
Slide 1 - Diapositive
Ordenen Ordenen betekent
A
Het indelen van diersoorten in groepen
B
Het indelen van organismen in groepen
Slide 2 - Quiz
Wat is geen rijk bij het ordenen?
A
Bacterien
B
Dieren
C
Mensen
D
Schimmels
Slide 3 - Quiz
Gewervelden hebben een...
A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet
Slide 4 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk van een zoogdier?
A
Haren
B
Levendbarend
C
Kieuwen
D
Warmbloedig
Slide 5 - Quiz
Een kenmerk van de zoogdieren is.....
A
Ze zijn koudbloeding
B
Ze hebben geen vacht
C
Ze hebben longen
D
Ze leggen eieren met een leerachtige schaal
Slide 6 - Quiz
Dit dier is GEWERVELD
A
Klopt
B
Klopt niet
Slide 7 - Quiz
Zaadplant
Sporenplant
Slide 8 - Question de remorquage
Neteldier
Schimmels
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Zaadplanten
Gewervelden
Sporenplant
Slide 9 - Question de remorquage
Hoe is de lichaamstemperatuur bij de gewervelden?
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Warmbloedig
Koudbloedig
Slide 10 - Question de remorquage
Sleep de kenmerkende huidbedekking naar de klasse
zoogdier
vogel
vis
amfibie
reptiel
Slide 11 - Question de remorquage
Wat is geen groep onder de gewervelden?
A
Amfibieën
B
Reptielen
C
Vogels
D
Kreeftachtigen
Slide 12 - Quiz
Wieren
Zaadplanten
Sporeplanten
Slide 13 - Question de remorquage
Zijn haaien gewervelden?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Vissen
Amfibieën
Reptielen
Vogels
Zoogdieren
Slide 15 - Question de remorquage
Geleedpotigen zijn:
A
tweezijdig symmetrisch
B
veelzijdig symmetrisch
C
niet symmetrisch
D
asymmetrisch
Slide 16 - Quiz
Een vleermuis haalt adem met longen. De huid van een vleermuis is bedekt met haren. Is een vleermuis levendbarend of plant het dier zich voort door middel van eieren? Leg je antwoord uit.
Slide 17 - Question ouverte
Wie zijn meer verwant: Geleedpotigen en holtedieren of geleedpotigen en stekelhuidigen
A
Stekelhuidigen
B
Holtedieren
C
Beide hetzelfde
Slide 18 - Quiz
Noem twee redenen waarom de bultrug walvis tot de zoogdieren behoort.
Slide 19 - Question ouverte
Welk groep van gewervelden is dit, noem een kenmerk waar je dit aan kan zien?
Slide 20 - Question ouverte
Geleedpotigen hebben een pantser die niet mee kan groeien. Hoe kan een geleedpotige wel groeien?
Slide 21 - Question ouverte
Wat is geen sporenplant?
A
MOS
B
VAREN
C
PAARDENSTAART
D
KASTANJEBOOM
Slide 22 - Quiz
In de afbeelding zie je een sporenplant. Waaraan kun je zien dat het een sporenplant is?
Slide 23 - Question ouverte
Wat is hier een sporenplant?
timer
0:30
A
B
C
D
Slide 24 - Quiz
Wat hebben sporenplanten NIET?
A
wortels
B
stengels
C
bladeren
D
bloemen
Slide 25 - Quiz
Bacteriën hebben de volgende celonderdelen
A
celwand, cytoplasma en centrale vacuole
B
celkern, celwand en cytoplasma
C
celwand, celmembraan, cytoplasma
D
cytoplasma, bladgroenkorrels en centrale vacuole
Slide 26 - Quiz
Schimmels hebben de volgende celonderdelen
A
celkern, celwand, cytoplasma en centrale vacuole
B
bladgroenkorrels, celkern, celwand en cytoplasma
C
celwand, celmembraan, cytoplasma
D
cytoplasma, celmembraan, bladgroenkorrels en centrale vacuole