Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Betrekkelijk voornaamwoord
Betrekkelijk voornaamwoord
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Betrekkelijk voornaamwoord
Slide 1 - Diapositive
Betrekkelijk
voornaamwoord
De e-mails die ik voor Nederlands moest schrijven.
Waar verwijst 'die' naar?
Het schrift dat ik van de docent heb gekregen.
Waar verwijst 'dat' naar?
Dominique had de hele dag buiten gespeeld, wat ze echt heerlijk vond.
Waar verwijst 'wat' naar?
Slide 2 - Diapositive
Betrekkelijk
voornaamwoord
Het betrekkelijk voornaamwoord (betr. vnw) verwijst terug naar een woord of woordgroepje dat er vlak voor staat, het
antecedent
.
De bekendste betrekkelijke voornaamwoorden zijn
die, dat, wie
en
wat
.
Slide 3 - Diapositive
Betrekkelijk voornaamwoord
1. Die
verwijst naar
de-woorden.
2. Dat
verwijst naar
het-woorden.
3. Wat
verwijst naar:
een overtreffende trap
na ‘het’:
- Het noorderlicht is
het mooiste
wat ik ooit heb gezien.
'vage' woorden
als alles, datgene, diegene, het enige, iets, niets, veel, weinig:
-
Alles
wat op de site staat, is uit voorraad leverbaar.
een hele zin of een deel van een zin
:
-
Max is een ijverige leerling
, wat niet gezegd kan worden van Wesley.
Slide 4 - Diapositive
Betrekkelijk voornaamwoord
4.
Voorzetsel + wie
verwijst naar
een persoon (
van wie, door wie, voor wie
etc
.)
- Tessa,
van wie
ik dit huisje huur, maakt een rondreis door Chili.
Let op: dus niet met
waar + voorzetsel: waarover, waarvoor
enz.
Slide 5 - Diapositive
Ingesloten antecedent
Bij een
i
ngesloten antecedent
wordt het antecedent
niet
genoemd.
Het antecedent zit al
in
het betrekkelijk voornaamwoord.
Je kunt het ingesloten antecedent vervangen door:
diegene die/datgene wat.
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat is het aanw.vnw in de volgende zin:
Is het dat meisje nog gelukt de toets in te halen?
A
het
B
dat
C
gelukt
D
in
Slide 8 - Quiz
Wat is het vr.vnw in de volgende zin:
Rex vraagt aan Roos wat zij vandaag gedaan heeft.
A
vraagt
B
aan
C
wat
D
heeft
Slide 9 - Quiz
Wat is een onbepaald rangtelwoord?
A
vijftien
B
vijftiende
C
middelste
D
enkele
Slide 10 - Quiz
Wat is het voegwoord in de volgende zin:
Toen Ria naar huis fietste, was het al donker.
A
Toen
B
fietste
C
was
D
al
Slide 11 - Quiz
Wat is het zww in de volgende zin:
Toen het buiten regende, kon Remco niet genieten van zijn tuin.
A
regende, kon
B
kon, genieten
C
kon
D
regende, genieten
Slide 12 - Quiz
Wat is geen betrekkelijk voornaamwoord?
A
Die
B
Deze
C
Wie
D
Wat
Slide 13 - Quiz
Wat is het betr.vnw in deze zin:
Met de jongen die daar op het bankje zit, heeft mijn zus verkering gehad.
A
met
B
daar
C
op
D
die
Slide 14 - Quiz
Opdrachten maken
Cursus 5
par. 14 opdrachten 1 t/m 4
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Grammatica WS: betrekkelijk vnw
Mars 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2htvtb: week 23 les 2 cursus 5 §14 betrekkelijk voornaamwoord
Juin 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Grammatica WS: betrekkelijk vnw
Juin 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammatica WS: betrekkelijk vnw
Mars 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Fout!
Mars 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Betrekkelijk vnw
Novembre 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
Betrekkelijk voornaamwoord
Mai 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Onbepaald voornaamwoord & betrekkelijk voornaamwoord
Décembre 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2